United States or Greenland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar die geene van gondere wiganten verstaat! De ridders staarden verrukt omhoog. In der daad, daar zweefde een blauwe fenix aan, maar zijn vlucht verwekte vreemd rhythmisch geruisch en er snorde en snorkte iets geheimzinnigs in hem.

Maar plotseling snorde er door de herfstlucht, die opgoudde, snorde er boven de foreesten, die koper en purper gloeiden van het vallende herfstgeblaârte, het welbekend gebrom aan, dat zoo wel kleintjes rommelde in Zwevende Scaec als machtiger drommelde in Vliegende Fenix, en Guenever zag Merlijn aan komen zweven; hij zweefde rond hoog boven haar hoofd en riep haar toe: Mijne schoone koninginne, zeg mij: wilt gij, dat ik dale, als een zwaluw, op de tinne van uw toren?

Zijn aandacht werd niet getrokken door la Ermita de kluizenarij die fenix van "nipah", welke zich uit zijn as verheft in den vorm van wit-en-blauw geschilderde huizen, overdakt met rood-geverfd zink.

Na het uiten dezer dankbetuiging haastte zich Falckestein naar het vertrek, waar hij zijn kind hoopte te vinden. Hij vond er Magdalena, bezig aan het herstellen der weinige kleedingstukken, die de plunderzieke Spanjaards nog overig hadden gelaten. De kleine Ludwig, de zoon van Magdalena, speelde met Fenix, 's Graven grootsten en fraaisten jachthond.

Zooals mijn onvergetelijke Ulrich mij uw vader meermalen geschilderd heeft, evenzoo kloek en dienstvaardig vind ik thans zijn zoon.... Goede Fenix," vervolgde zij, Veltman nogmaals streelende, "gij zijt gelukkiger geweest dan uw meester. Uw kroost is gespaard gebleven, en het mijne...." hier stroomde een tranenvloed langs hare van hartzeer vermagerde wangen.

Een juichende roep van bijval donderde op naar de koningin: het waren de twaalf nieuwe ridders, die haar toe juichten, ook al bevroedden zij, dat Guenever Lancelot alleen meer vertrouwde dan hen twaalven! Maar zij juichten desniettemin want vonden het wel vol lof, dat Guenever niet vluchtte op de fenix.... Maar wellicht, riep Guenever; o Merlijn, wil de Koning op de fenix vlieden?

De vrouwen riepen het Merlijn toe naar boven.... En riepen het den ridders en wapenknechten toe naar beneden. En een donderend gejuich klonk rondomme. Zoo ga ik! riep Merlijn en hevig snorde de fenix en ontslaakte een azurigen damp van vreemd zoete roken. Van nut en noode ben ik niet meer in dezen oogenblik maar ik keere, zoodra ik het wezen kan. Goeden moed, o koninginne!

Vraag den Koning, riep Guenever; of hij Camelot wil ontvlieden op Merlijns blauwen fenixvogel.... De vrouwen luisterden aan de trap. Maar weldra riep mopperend Keye terug: De Koning en wil niet, Guenever! Hij is bang duizelig te worden zoo hoog met de fenix te vliegen maar hij en is niet bang in zijn burcht te midden van zijne ridderen en beidende de ridderen, die komen!

Snorrend en hevig sidderend daalde de fenix maar zette zich toen luchtig en sierlijk vóór den Koning, en Merlijn steeg af uit des vogels rug. Merlijn was niet zoo heel jong meer, tegen het eind van den dag, als zijn jeugdbad had uitgewerkt en hij het de moeite niet waard had gevonden een tweede bad te nemen.

Naar wat ik reken en de waard mij zeide, Kon ik hem nog niet spreken, sinds ik 't eerst Hem van de markt naar huis zond. Zie, daar komt hij. Zoo, man, is thans uw joligheid wat uit? Scherts weder zoo, als gij in slagen lust hebt, Gij weet van geen Centaurus? van geen goud? Mijn vrouw doet mij door u voor 't eten roepen? De Fenix heet mijn huis?