Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Daar wou ik heengaan, en aan al die menschen lezen leeren, en kleeren geven, en zorgen dat er in 't heele land geen onrecht geschiedde, en dan zouden wy... Ik ook? vroeg Femke verbaasd. Ja zeker! Ik wou je vragen met my daarheen te gaan? We zouden man en vrouw zyn. Je begrypt wel, als ik koning werd in dat land ... dat jy dan ... Ik? Koningin? Het meisje berstte in lachen uit.
Waar is ze dan moeder voor? Neen, juffrouw, maar... Zeg jy maar Vrouw Claus. Ik ben geen juffrouw, en wil 't niet wezen. Och, Vrouw Claus, m'n moeder weet er niets van. Ik kom van Haarlem, en... Van Haarlem? Wat deed je dáár? En moet je 'r daarom zoo verpieterd uitzien? Als Fem hier was, zou ze... Is ze dan niet hier, vroeg Wouter haastig, is Femke niet hier? En ik heb 'r gezien!
Onmogelyke plicht is géén plicht, en het jagen daarnaar staat het vervullen van onze werkelyke plichten in den weg. Heb je weleens op-school je les niet gekend? O, dikwyls! Maar in den laatsten tyd niet, omdat Femke...
Ze heeft behoefte aan onmogelykheid, of wat daar naby komt, en nu Wouter eenmaal Femke zoo ver had vervoerd dat zy zich verplaatste in zoo vreemde toestanden, vond zyne geloofwaardigheid een sterken bondgenoot in Femke's vurige begeerte om 't vervolg te weten dier aandoenlyke geschiedenis.
Ben je weêr beter, jonge-heer? vraagde de vriendelyke Femke. O ja, antwoordde Wouter, maar ik begryp niet hoe ik dat alles zal te-pas brengen in m'n vers. Weinig lezers zullen, zonder myn hulp, hier op 't denkbeeld komen, dat Wouter moed noodig had om z'n gebrek aan begrip te erkennen. We zyn zoo gewoon aan 't niet begrypen, dat wy uit traagheid daarin berusten.
Zeker, zeker, dacht hy nu-en-dan overluid ik zal braaf oppassen, en terdeeg m'n best doen, en werken tot ik moê ben, en zorgen dat ieder tevreden over my is, maar... zou ik nu daarom niet eerst Femke eens mogen spreken? Zou d
Wat overigens 't gevaar aanging of liever ... 't onbehagelyke van haar weggaan met die mannen, hy telde het niet meer. Al waren er tien mannen met haar in dat rytuig geweest, by de minste onbehoorlykheid hoefde Femke slechts de rechterhand uittestrekken, en allen zouden gekropen hebben voor haar voet.
Eens dan was-i niet opgewekt om deze of dergelyke vragen te doen, en hy verveelde zich. Z'n stemming zakte laag genoeg om hem ditmaal werkelyk behoefte te doen voelen aan Femke zelf, aan Femke met haar frisch gelaat, met haar reinen blik, met haar vriendelyken lach, de Femke die onpoëtische lengte, breedte, hoogte en zwaarte had... Ik wil haar zien, riep hy, ik wil!
Heel natuurlyk, en geheel in overeenstemming met de hoogte waarop hy altyd het voorgewende bleekmeisje geplaatst had? Als dat niet Femke was, dan kon zeer goed het meisje dat hy tot nog toe Femke noemde, eens-vooral prinses wezen. Deze verandering was zoo groot niet, of liever... 't was er geen.
O Fancy ... Fancy ... sterven voor u ... sterven met zulk een kus op de lippen! Het speet hem dat de jongens weg waren. Ja, al waren er tien geweest, hy had lust in ongelyken stryd. En Femke, die nooit dichterlyke uitboezemingen gehoord had, begreep hem terstond, omdat ze een onbedorven meisje was, en dus in 't bezit van de rouerie die de Natuur ten bruidschat geeft aan onschuld.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek