United States or Jamaica ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar dit kan ik niet. Toch wil ik het by benadering beproeven. Nogeens op volkomen juistheid maakt m'n schildering geen aanspraak. Och, Femke, ik ben zoo bedroefd. Denk je dat ik weer ziek worden zal? Zou je dan by me komen? Doe het niet! M'n moeder houdt niet van je ... doe 't niet, Femke! Laat me sterven, en vraag maar aan de buren waar ik begraven ben. Wil je dan 's avends op m'n graf komen?

O god, geloof er niets van, m'nheer Holsma! Ik zeg u dat het Femke is, verzekerde Wouter met tranen in de oogen. Neen, m'n jongen, dat meisjen is Femke niet. Maar... ze heeft my gegroet! En de keizer háár. Je begrypt toch wel dat hy geen waschmeisje groeten zou? Zeker! Dit was moeilyk te veronderstellen.

Wouter: die jager! ik zou wel zoo'n jager willen zyn in een bosch... in 'n heel groot bosch... heelemaal alleen... Hy nam z'n penseel op, en zag Ophelia aan: ...heelemaal alleen in 'n groot bosch, met... Femke!

Mocht-i aan sterven denken zoolang hy dat pand niet had teruggehaald om het te vrywaren tegen hoon? En nog iets! Was 't niet al te jammer, van deze wereld te scheiden voor-i zeker wist hoeveel prinselyks er stak in Femke, hoeveel van 'n bleekmeisjen in die prinses?

Nu, dit wilde Wouter wel. En Femke begon: God schiep de wereld... Wat deed hy vóór dien tyd, Femke? Dat weet ik niet. Maar de menschen zyn slecht geworden door een slang, en toen heeft de Paus de slang vervloekt, want de Paus woont te Rome, weetje. En toen is Jezus gekruizigd, om de menschen weer goed te maken ... dat is lang geleden... Ja, dat weet ik wel, zei Wouter.

Hy voelde heel goed dat er van dit alles niets te-pas kwam by Femke. Eindelyk: Ik weet wel iets, maar 't is niet van 't geloof... het is van Glorioso... Femke beloofde te zullen luisteren, en Wouter vertelde.

Het toeval wilde dat hy hierby 't woord "engelenbak" gebruikte, dat ook den niet-amsterdamschen lezer nu zeer gewoon klinkt, omdat ik het reeds verscheiden malen gebruikt heb, doch den nuchteren Wouter geheel vreemd was. Juist, viel hy den dokter driftig in de rede. Juist: engelenbak! U ziet dus wel, m'nheer, dat het Femke is! Ook deze konklusie klonk weer zonderling in Holsma's oor.

Weg met Afrika! Want... Daar rees de schim van Femke op, en dreigde, en vroeg of zy haar plaats verbeurd had op dien troon? En of ze... Weg met Afrika! Wat al zonderlinge vertellingen over prinses Erika! Men zei dat ze huwen moest met 'n grootvorst, maar... geweigerd had. Alle burgerlui vonden dit heel mooi, zonder nog te weten of 't niet 'n malle koppigheid was van prinses Erika.

Maar er was iets zoo goedaardigs in het voorkomen en in de wyze van doen van 't meisje, dat hy zich tot haar voelde aangetrokken, al heette zy dan maar Femke. Zoo noemde haar de moeder. En bovendien deze naam deed hem denken aan Fancy, dat al veel was. Femke wees Wouter 'n omgekeerd mandje aan, en noodigde hem uit, haar te vertellen wat de oorzaak was van zyn verdriet.

Toch bleek zyn wil sterker dan die van de anderen, omdat zy slechts betrekkelyke veiligheid zochten en jenever misschien terwyl hy werd aangespoord door... nu ja, 't nog altyd onbekende tertium. Wouter hoopte hartelyk dat de man slagen mocht. Dan immers, dacht-i, zou Femke niet zoo geheel alleen staan temidden van dien razenden troep. Want... hy, hyzelf, wat kon-i doen?