United States or Sudan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Schuin naar het in aantocht zijnde papiertje kijkend brengt hij het nog tot: Und wenn dies Auge nicht mehr lacht, Da-än wird es ewig, ewig Nacht! Dan gaat het venster open, en 't kleine witte pakje vliegt door de lucht. Hij vangt het in de vlucht in zijn haastig afgenomen hoed en speelt met gevoel verder: Du hu! liebes Aug'l....

De vrouwelijkheid der vrouw, en "das ewig weibliche" beteekent eenvoudig het eeuwig sexueele, treedt in evenredigheid tot haar menschelijkheid meer op den voorgrond, dan de vrouwelijkheid van andere dieren in evenredigheid tot hun hond- of kat- of paard-zijn. Een "vrouwenhand" of een "vrouwenvoet" is altijd te herkennen. Wij hooren echter nooit spreken van een "vrouwenpoot" of een "vrouwenhoef."

Hoe het komt, dat hem de eer te beurt gevallen is, naar een oud-grieksche boom-nymf genoemd te worden, weet ik niet; in zijne gestalte en in zijn wezen ligt waarlijk niets van "das ewig Weibliche, das uns hinanzieht". Van de volken der oudheid heeft hij dezen naam niet gekregen.

Ze zeggen: als je met ons gelijk wilt gesteld worden, moet je ook geen lievigheidjes meer verwachten. Maar ik vind 't zoo akelig." "Beschaafde mannen zul-je zelden zoo zien doen, tenminste niet tegenover meisjes, die 't "ewig weibliche" bewaard hebben. Je kunt hier ook al weer niet generaliseeren.

Je reinste gekkenwerk zou het wezen! D'rum prüfe wer sich ewig bindet.... Wat ben je stil opeens, Max? Het was vanmiddag de "thee" der redactie van "Eva". Het meerendeel der vaste medewerkers was opgekomen, en veel bezoeksters vermaakten zich met de vroolijke jongelui.

Ha, wat voelden we ons gelukkig, als we zulk een hulde ontvingen of zulk een hulp mochten verleenen! Das ewig weibliche. Wondervolle macht in een knapenziel. Neen, gij die meent dat onreine gedachten als zwarte wolken langs dezen blauwen voorjaarshemel moeten drijven, gij weet het niet. Er ging een reinigende bekoring uit van de tegenwoordigheid der meisjes.

Lezer, vriend, zijt ge wel eens jaren achtereen gelukkig geweest met een simpel potloodje, dat ge dag aan dag bij u droeg, nooit gebruikte uit vrees dat het slijten zou, en telkens weer met teederheid tusschen uw vingertoppen nam? In dat potloodje 't heette een herinnering aan háár bewaardet ge al de reine teederheid van uw eigen jongensziel, gewekt door »das ewig Weibliche".

Men weet, dat begon al op de bewaarschool, waar ik schriftelijk verzocht, of ik van zeker vijfjarig Betje de vrijer mocht wezen. Ik was toen ook nog geen zes. En dat hield zelfs niet op, wanneer het pere-hietvrouwtje of Mietje de porster mij in haar toch zoo ongecultiveerde stemmen omstrikten. Wat is het toch, die bekoring van »das ewig Weibliche". Ik weet het niet.