United States or Gabon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo b.v.: "Thout Jan ver Haedwien sone"; "Van den mele Jan ver Diewien sone"; "Ysere Heyne ver Lisbetten sone" enz. Eneide, vs. 13107, 13159, 13196. Nat. Bloeme, III, 2135. In afwijking van het Mnl. Wdb. vat ik hier onghestade op als ongedurig, zwervend. Immers dan alleen gaat de vergelijking op met den gaai "die van bome te bome vliecht ende sprinct.... Noch gheduert in ghere stede."

In Duitschland zal hij kennis gemaakt hebben met de daar bestaande nationale literatuur, o.a.: het Anno-lied, LAMPRECHT'S Alexander, KONRAD'S Rollands-lied; ook de Duitsche sagen van dien tijd kunnen hem niet vreemd zijn gebleven. Zijne minneliederen dagteekenen misschien uit denzelfden tijd als zijne Eneïde.

Daar zoowel Sinte Servatius Legende als de Eneïde bewerkt zijn, de eene naar een Latijnsch, de andere naar een Fransch voorbeeld, komt het er bovenal op aan, het karakter dezer bewerkingen te leeren kennen.

Wij komen op die vraag nog even terug, doch kunnen nu reeds zeggen, dat wij voor het bestaan van zulk een invloed geen afdoend bewijs hebben. Ten opzichte der Eneide verkeeren wij in iets gunstiger omstandigheden.

VELDEKE'S Eneïde is het vroegste episch vertaalwerk dat wij met zekerheid kunnen aanwijzen; daarna komt een deel van den Roman de Troie, vertaald door SEGHER DIEREGOTGAF. Zou de vertaling van de Chanson de Roland niet ouder zijn dan beide? Onmogelijk is dat niet, zelfs m.i. niet onwaarschijnlijk, aangezien het oorspronkelijk gedicht reeds vóór den eersten Kruistocht bestond.

Was VELDEKE nu met dezen naam bekend geworden door de Nibelungen of kende hij dien van elders? Dat hij dien naam in Duitschland heeft leeren kennen, evenals de namen der heldenzwaarden Eggesas, Mimming, Nagelring, waarover hij in de Eneïde spreekt, is niet waarschijnlijk; immers hij heeft, naar het schijnt, eerst na het dichten van den Servaes in Duitschland gereisd.

Duidelijker nog dan in zijne Eneide blijkt die aanleg in het dertigtal minneliederen, door hem onder den invloed der Fransche hoofsche lyriek gedicht.

Voorzoover wij nu kunnen zien, is VELDEKE'S invloed op de ontwikkeling der Nederlandsche letterkunde gering geweest; in allen gevalle op verre na niet zoo belangrijk als op die der Hoogduitsche literatuur. Voor tal van Middelhoogduitsche dichters is VELDEKE'S werk, met name zijne Eneide, een voorbeeld geweest, dat zij bewonderden en navolgden.

Veel duidelijker dan in dit gedicht vertoont zich de invloed der literaturen van Frankrijk en Duitschland op de ontwikkeling der onze in het werk van HEINRIC VAN VELDEKE. Zoowel zijne Eneïde als zijne minneliederen hebben groote beteekenis gehad voor de ontwikkeling der Middelhoogduitsche epische en lyrische poëzie. Van zijn leven is ons weinig bekend.

Mattia Lupi, de Vergilius van zijne vaderstad, die in 1463 de Annales Geminianenses, een soort van Eneïde in verzen, voltooide, genoot bij zijn medeburgers zoo hooge achting dat zij hem vrijstelden van alle belastingen.