Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 mei 2025


Den geheelen avond geen woord, geen blik van hem voor de schoone Emmeline; en den anderen dag het gerucht door de stad, dat zijn engagement met de freule E. te X., dat reeds sedert dezen zomer gehangen moet hebben, er dóór is. Het hart der arme Emmeline is gebroken . . . neen! vergiftigd.

Deze twee, die wij Suze en Emmeline zullen noemen, waren lijfbedienden van een zachtaardige en godvruchtige dame te Nieuw-Orleans geweest, door wie zij zorgvuldig onderwezen en godsdienstig opgeleid waren. Zij hadden leeren lezen en schrijven, waren geoefend in de godsdienstige waarheden van het Christendom, en haar lot was zoo gelukkig geweest, als het in haren staat wezen kon.

"Zou het zonde zijn, de wereld van zulk een ellendeling te bevrijden?" zeide zij bij zich zelve. Zij keerde zich haastig om, ging eene achterdeur in, sloop naar boven en klopte aan Emmeline's kamer. Cassy trad de kamer binnen en vond Emmeline, bleek van angst, in den versten hoek zitten.

Zij zag haar verbijsterd aan, maar gaf geen antwoord. Zij vatte slechts hare hand, met een streelend liefkoozende beweging. "Doe dat niet!" zeide Cassy, met eene poging om zich los te trekken. "Gij zult nog maken dat ik u liefkrijg, en ik wil nooit weder iets liefhebben." "Arme Cassy, denk zoo niet!" zeide Emmeline.

Skeggs met zijne hoed van palmbladeren op het hoofd en eene sigaar in den mond, gaat rond, om de laatste hand aan zijne waren te leggen. "Wat is dat," zeide hij, voor Suze en Emmeline staan blijvende. "Waar zijn uwe krullen, meid?"

"Moeder, ik denk dat het wel goed zou voldoen, als gij eene plaats als keukenmeid kondt krijgen en ik als kamermeid of naaister bij eene familie. Ik geloof dat zeker. Laten wij er beiden maar zoo frisch en vroolijk uitzien als wij kunnen, en alles zeggen wat wij kunnen doen, dan zal dat misschien wel gaan," zeide Emmeline. "Gij moet morgen al uw haar achterwaarts kammen, gladweg," zeide Suze.

De jongeheer bloosde en glimlachte, en de twee zaten spoedig aan een spel triktrak. Ondertusschen had er op het lagere gedeelte der boot een ander gesprek plaats tusschen Emmeline en de mulattin, aan wie zij was vastgekluisterd. Gelijk natuurlijk was, deelden zij elkander eenige omstandigheden van hare geschiedenis mede. "Aan wien hebt gij toebehoord?" zeide Emmeline. "Mijn meester was Mr.

Daags nadat die brief te New-Orleans aankwam, werden Suze en Emmeline in beslag genomen en naar het depôt gebracht, om daar de algemeene verkooping af te wachten. Terwijl zij nu in het maanlicht, dat door het getraliede venster sluipt, schemerachtig zichtbaar zijn, kunnen wij naar haar gesprek luisteren. Beiden schreiden, maar stil, opdat de eene het niet van de andere hooren zal.

En gij, oude gele maneschijn," zeide hij, de mulattin aan wie Emmeline was vastgekluisterd een duw gevende, "zet ook zulk een gezicht niet. Ik zal u wel vriendelijker leeren kijken, dat zeg ik u." "En ik zeg u allen," zeide hij, een paar schreden achterwaarts doende; "ziet mij aan ziet mij aan ziet mij vlak in de oogen vlak in de oogen, zeg ik." En bij elke pauze stampte hij met zijnen voet.

Heb ik geene dochter? De hemel weet waar zij nu is, en van wien zij is. Zij zal den weg opgaan, denk ik, dien hare moeder voor haar gegaan is, en dien hare kinderen na haar op moeten. Er is geen einde aan den vloek, in eeuwigheid niet!" "Ik wenschte dat ik nooit geboren was," zeide Emmeline, hare handen wringende. "Dat is al een oude wensch bij mij," zeide Cassy.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek