Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
"Mij leek 't meer de onrust van 'n eerstejaars;.... later deed hij 't niet meer, ofschoon hij altijd aanvallen hield, dat "'t 'm te benauwd werd", zooals hij 't noemde, maar dan ging-die 'n eind roeien of fietsen, of naar 'n mooi concert; dat hielp ook altijd wel." Ze waren nu aan z'n huis gekomen en zagen licht op z'n kamer.
Inderdaad zou 't, uit maatschappelijk oogpunt, zeer nuttig geweest zijn 'n brochure of tendenz-roman vóór of tegen studeeren van meisjes te schrijven; maar juffrouw Sillevis zegt, alweer terecht, dat ik maar een eerstejaars was, toen ik 't schreef, en dus nog heel weinig van de kwestie kon afweten; en daar ik nu eenmaal tot de klasse van menschen behoor, die verhaaltjes-schrijven op-zich-zelf en om-zich-zelf heel belangrijk vinden, schreef ik er een over één "meisje-studentje"; niet over "vrouwelijke studenten", want die kende ik te weinig, en daar stond ik te ver van af.
Uit het geheele schrijven van Prof. Blok blijkt hoe gerechtvaardigd het is op te komen tegen de gedachte als zou de roman van Annie Salomons nu eens in werkelijkheid de uiting zijn van de vrouwelijke studenten zelf, over haar academieleven; zij het ook dat de hoogleeraar niet uitgaat alleen van haar boek, zooals ik ook reeds vroeger zei. Ook critici heeft men slechts op te slaan om de uiting te vinden van wat vanzelf sprekend bij ieder de indruk was: dat we hier te doen hadden met een meisjes-student die zelf het studentenleven mee maakte en daaruit vertelde, zoodat het beeld dat zij geeft, vrijwel den toestand weer zal geven zooals die gevonden wordt aan onze Universiteiten. Zegt niet Graadt van Roggen in de Amsterdammer: "Mejuffrouw Salomons is zèlf studente, heeft in haar academische jaren natuurlijk een massa ondervindingen en ondervindinkjes opgedaan omtrent het leven van den student in het algemeen, van zijn studeeren en student-zijn, maar in 't bijzonder omtrent het wel en wee der jonge dames, die hetzij uit liefde voor wetenschap, of .... mode zich der academische studie wijden"? Spreekt niet Dr. C. H. Ph. Meyer in datzelfde blad van het frissche openhartige boek van mej. Salomons? Moet niet ieder verbaasd staan en een geheel ander inzicht in de zaken krijgen en nog eens even wachten met zijn oordeel of veroordeel, als eens gezegd wordt dat het een eerstejaars was die hier haar ondervindingen geeft, zooals het een schoolmeisje was, die de vroegere episoden uit het studentenleven van meisjes ten beste gaf. En nu neem ik haar niet kwalijk dat zij dezen vlot geschreven roman uitgaf, die speelt in haar omgeving, en dat zij niet verder gaat dan de oppervlakte van die omgeving; ook niet dat ze misschien zelf niet weet dat ze ver blijft staan buiten de werkelijke kern van studeerende vrouwen, maar waar men alleen h
We zouden elkaar zoo aanzetten om ons voor meer dingen te interesseeren, we zouden zooveel beter worden." "Wat weet je er van, van de hopeloosheid, redding-onmogelijkheid, van de meesten in ons corps? Je bent 'n meisje, èn eerstejaars.... Je weet zoo weinig van ònze wereld, en van de misère en den ondergang van het mooiste onder ons." "Ik vóel het," zei Go, de oogen vol tranen.
Prof. Blok in zijn jongste geschrift over vrouwelijke studenten neemt ook haar boek als uitgang ja, niet geheel meer nog gaat hij uit van eigen aanschouwing maar ziet een hoogleeraar ons leven niet van den buitenkant alleen? en versterkt haar boek van een van ons zelf, en dùs echt niet al zijn opinies van meisjesachtigheid, van onwetenschappelijkheid, van dilettantisme? Had het niet juist moeten zijn, dat hij hierin vond de bestrijding zijner argumenten? Al zegt hij zelf haar boek slechts als bijzaak te beschouwen, daarboven eigen ondervinding te stellen, overal treft men aanhalingen aan, overal worden haar uitspraken genomen om te bewijzen de juistheid zijner inzichten. En 't is immers te gek, dat hier de uitspraken van een eerstejaars zullen genomen worden als juistheden, dat een dergelijk oppervlakkig romannetje zal gelden als basis tot meerder begrijpen van het leven van vrouwelijke studenten. Ik geloof niet dat de schrijfster het als zoodanig beschouwde, maar de buitenstaanden nemen het wel degelijk zoo op. Als Prof. Blok spreekt over de lichamelijke en geestelijke minderwaardigheid, over den weinigen echt-wetenschappelijken zin, dan zal hij in Ans Salomons' boek wel termen vinden om dit w
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek