United States or Guam ? Vote for the TOP Country of the Week !


Suze's stem had nog een oogenblik geklonken in zijn hart, een flauwe echo, als van vroegere gelukkige dagen, drong tot zijn oor.... Maar neen, het mocht niet, hij wilde zich niet van zijn stuk doen brengen. »Dat is alles goed en wel" zegt hij luchtig »maar nu moet ik naar den trein! We zullen over de zaak spreken, maar later, later...."

Zo kreeg de leeshonger en de dorst naar het fantastiese in het saaie kloosterleven een bonte massa stof om op te teren. Ook langs mondelinge weg kwam menige echo uit de buitenwereld naar binnen en werd trouw en dankbaar opgetekend.

Dat was als de echo, over eeuwen, van die algemeene smeeking die eens ging door oude abdijen en kloosterkerken: Van de woede der Noormannen verlos ons Heer!

De scheur kwam uit in een donkeren gang, die door den grondmuur liep en zich in de diepte tot onder den bodem des tempels uitstrekte. Daar had men een soort van onderaardsche kapel of put, nu droog, uitgegraven, die tot vergaarbak van het regenwater diende. Zoodra de Nana in den gang was gekomen, deed hij een zeker gefluit hooren, dat door een gelijk gefluit beantwoord werd. Het was geen echo.

Bij gelegenheid van het eerste panamerikaansch Congres, dat in Washington plaats had in 1890, verklaarde een der aanzienlijkste afgevaardigden van het latijnsche Amerika, dat de twintigste eeuw de eeuw zou zijn van Zuid-Amerika in het bijzonder, zooals de 19de speciaal die van Noord-Amerika was geweest. Het derde congres, dat in Rio Janeiro werd gehouden, heeft een echo gegeven op die profetie.

Ach, was zij geen beeld van mijn leven, ook zoo plotseling verstoord, verbroken, vernield? Was dat klagend geluid, die doordringend weemoedige toon der vallende wateren, niet als een echo mijner eigene ziel? Ik stond stil, en zette mij neder aan den oever, luisterend naar de stemme, die al dieper en dieper in mijn gemoed doordrong.

Gij spreekt; de echo der bergen, de schoot der wateren, het dichte loover antwoordt u. Maar gij, gij overschreeuwt die allen. Wel moogt gij de stem des Heeren heeten. Voorzeker neen: geen ontgrendeld rotshol, geen gonzende knots, geen losgelaten vleugelpaard, geen adelaar met klappende wieken bracht u voort: gij zijt de stem des Almachtigen.

Het is bijna achttien jaar geleden, dat ik hem ontmoette. En hij is niet veel veranderd. Ik wel, voegde zij er bij met een ellendig gegrinnik. Zweer je het? Ik zweer het, kwam er als met een heesche echo over haar lippen. Maar verraad me niet aan hem, smeekte ze. Ik ben bang voor hem. Geef me wat geld voor mijn nachtlogies.

Zoogauw hij hem zag, begon hij uit alle macht te lachen. Het geschater van zijn stem kaatste over de plaats, de echo herhaalde het, de buren kwamen aan 't venster en lachten ook.

Hij verhief zijne stem en riep om hulp, maar de echo was zoo sterk dat hij er van verschrikte. Weer dwong hij zich tot kalmte en besloot nog een poos te wachten, voordat hij zich met geweld een doortocht maakte. Zoo verliep een half uur, een eeuwigheid in zijne schatting.