Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 november 2025
Daar op eens hoor ik een schreeuw; die mij door merg en heen drong. Er moest iets bijzonders gebeurd zijn. In een oogwenk waren alle man op dek. In den stikdonkeren nacht, die gelukkig volkomen windstil was, sloeg een hooge vlam met dikken, verstikkenden rook uit het machineruim. Daar moest brand zijn midden tusschen petroleumtanks, die tien duizend liter bevatten!
Wegens haar korten en dikken, van boven weinig gebogen snavel wordt zij als vertegenwoordiger van een afzonderlijk geslacht beschouwd; de mondspleet is veel korter dan de loop.
Eenigen maakten gebruik van het lage tij, en waren van de eene klip op de andere springende tot op twee kabellengten van de Nautilus gekomen; ik zag ze zeer duidelijk; het waren wel degelijk Papoea's van athletische gedaante, menschen van een schoon ras met een hoog en breed voorhoofd, een dikken, doch geen platten neus, en met witte tanden.
»De jongen heeft gelijk,« merkte Fagin op, terwijl hij listig rondkeek en zijn borstelige wenkbrauwen tot een dikken bos samentrok. »Je hebt gelijk Oliver, je hebt gelijk; ze zullen denken, dat jij 't gestolen hebt! Hè! hè!« gichelde de Jood, zich in de handen wrijvend, »als wij 't uitgezocht hadden, kon 't niet beter treffen.«
Zeer nauw verwant aan de Bullenbijters zijn de eigenlijke Doggen, zeer groote en sterke dieren, met grooten, dikken, van voren recht afgeknotten snoet, welks bovenlip, hoewel zij aan de zijden over de onderlip heen hangt, den mond van voren niet sluit, zoodat het gebit voortdurend zichtbaar blijft.
Waarschijnlijk is zij niet zoo zeldzaam, als men gewoonlijk aanneemt; het kost echter moeite haar te ontdekken, daar zij over dag altijd in de dicht belommerde kroon van een hoogen boom zit, lang uit tegen een dikken tak aangedrukt.
Toen schoot zij neer, dook, kwam weer te voorschijn met een dikken zwartvisch en was verdwenen. Voor mij liet zij niets achter dan een oogverblindenden watersluier en groeiende kringen van lachende, dansende, tergende golfjes, waaruit ik maar moest opmaken hoe zij visch vangt. Hoog boven mijn hoofd zweefde eens een adelaar op zijn breede wieken tegen den wind in.
Het is in de laatste dagen van Februari van het jaar 1511. Reeds meer dan drie maanden heerscht er zoo'n strenge vorst, dat alle scheepvaart gestremd is en de rivieren met een dikken ijsvloer bedekt zijn.
Wie zou kunnen zeggen, waar ons de Nautilus in dien Oceaan sedert dat oogenblik heensleepte? Altijd met een onberekenbare snelheid! Altijd te midden van een dikken noordschen mist! Waren wij bij Spitsbergen of bij Nova Zembla? Voeren wij door onbekende zeeën, door de Witte Zee, die van Kara of de golf van Obi, langs de bijna niet bekende kust van noordelijk Azië?
Uilenspiegel liep zooals zij zeide tot in den Ouden Haan, en daar vond hij Lamme weemoedig zitten met eene worst in de hand en zijn zevende pint Peeterman vóór zich op de tafel. En, in weerwil van zijn dikken buik, deed hij hem loopen als hij. Terwijl hij aldus, gevolgd door Lamme, het op een drafje zette, vond hij in de Eikstraat een kwaadwillig paskwil tegen Brederode.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek