Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juni 2025


Hij had verteld datti over enkele maanden voor een jaar of wat naar Zuid-Amerika zou vertrekken om ergens iets uit te baggeren of een pier te leggen of iets dergelijks. 't Dichtertje hattem ook een keer meegenomen naar z'n schoonmoeder, die dadelijk erg met 'm ingenomen was. Em hield niet vannem. "Hoe vind je Penning?" "Gaat nogal," zei Dora absent. Stilte.

't Is niet zoo makkelijk iets te wezen in de wereld, ook al ben je een dichtertje en heb je jezelf wel zoo wat in de gaten. Hij liep toch al niet zoo graag meer in die straten, na dien tijd kwam i er liever heelemaal niet meer. En dan moet je mee uit eten genomen worden en een spijskaart voor je krijgen waar geen regel op staat die je begrijpt.

Als 't dichtertje er over dacht, wat hij eigenlijk 't liefst zou willen, dan was 't dat. De wereld ééns te verbazen en ééns een liaisonnetje te hebben met een dichteres. Jarenlang had hij dit telkens weer gedacht, naïvelijk. 't Dichtertje was fatsoenlijk getrouwd met een lief, jong, levendig, natuurlijk vrouwtje. Natuurlijk was hij onmiddellijk verliefd geworden, toen hij de wereld begon te zien.

En zie een blauw' en een gouden vonk" en zoende haar op haar mond. Zij bloosde: "Die meneer keek net." Dat was de eenigste keer dat 't dichtertje zijn leven voelde leven in 't hoofd van een ander mensch en toen werti nog verlegener dan 't meisje en bloosde ook en gaf een kwartje aan den man die geld kwam ophalen voor de muziek.

De kastanjes waren al kaal, de gele vijfvingerige bladen met hun dikke kleverige stelen lagen op de aarde en dorre en gouden bladen lagen overal. Er was de geur van bladen, die vergaan, die 't dichtertje altijd zoo week maakte onder zijn vest, alsof i dood zou gaan en onsterfelijk wakker worden in net zoo'n stillen blauwen en gouden herfstdag, die niet zou eindigen.

'k Ben in wel vier winkels geweest en toen dacht ik, ik zal maar eerst hier naar toe gaan, want 't werd zoo laat." De oogen van 't kindje worden heel groot en kijken naar boven naar maatje. "Nou vooruit dan maar, heb je betaald? aanneme!" Dichtertje dopt, de duivel dopt, maatje knikt stijf. Bobi wuift met haar handje en zegt met een hoog stemmetje: "Dag meneer."

De tijd van het "ironisch dilettantisme" was voorbij, een nieuwe tijd van "baanbrekend optimisme" en "frissche daadkracht" was begonnen. Dat hatti zoo maar 's gezegd. En weer zuchtend begon God toen 't manuscript te lezen van een dik boek over 't Taylor systeem. 't Dichtertje was nooit gevallen. Een groot dichter te zijn en dan te vallen.

Raar toch, zoo kaal, maar 't was toch vast wel een dichtertje, want God begreep niets van 'm en Potgieter ook niet. En professor Volmer verachttenem. En hij leed ijselijk van die wetende oogen, zooals geen rechtschapen mensch. De duivel hattem leelijk te pakken. Hij was een zwak dichtertje, kindsch werti er van. Hij bleef fatsoenlijk van zwakte.

En de afleveringen der tijdschriften begonnen langzaam te vergaan, zooals 't leven van 't dichtertje en overigens gebeurde er niets. De lui op kantoor lazen geen tijdschriften en hij schreef trouwens toch onder een anderen naam.

Waarom heeft God ook een mensch tot dichtertje gemaakt?

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek