Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
En hier is ten jare 1566, in hervormde kringen, te Souburg op Walcheren het echtpaar Adriaan de Decker en Petronella Pieters. De man bleef haar trouw, wilde haar niet verlaten en zou met haar gehangen worden, zij echter het eerst, omdat zij het feit had gepleegd.
Willem IJsbrandtszoon Bontekoe, in 1587 te Hoorn geboren, heette eigenlijk Decker, maar werd, daar zijn vader een herberg hield, de Bontekoe genoemd, in zijne jeugd meestal Willem uit de Bontekoe geheeten, en behield later dien naam. "Eene woning bij het Hoofd," zegt de heer C.A. Abbing, in zijne Beknopte Geschiedenis der stad Hoorn, enz.
Zoo werden, om enkele voorbeelden te noemen, van bijna alle Nederlandsche dichters werken nagedrukt of buiten toestemming van den auteur uitgegeven, o.a. van: Vondel , Constantijn Huygens , Starter , Brederode , Poot , Jeremias de Decker , Jacob Cats.
In 1860 zond Conscience aan zijn vriend en beschermer de Decker een nieuw werk, en schreef hem: "Het is getiteld: Het yzeren graf, en stelt de treffende levensgeschiedenis van eenen Antwerpschen beeldhouwer voor. De grondgedachte ervan is het eindeloos geloof in een beter leven na den dood."
De volgende versregels van Jeremias de Decker in zijn Lof der Geldzucht over de poëten geven een soortgelijken indruk van de toenmalige verhoudingen tusschen schrijver en uitgever: "En vloeit er wat gewins uit hunne rymery, 't Valt hunnen buidel mis en doet de borze zwellen Der loozer druckeren en hunner metgezellen; De Dichter zaeit en plant, de Drucker maeit en pluckt."
Al heeft de doot het lijf verslonden: De Faem is aen geen graf gebonden. De deugd verduert het koud gebeent. en Jeremias De Decker drukte zich aan het slot van een lofzang op onzen held aldus uit: "Doch schoon het lichaem moet verwelken en vergaen, De naem van Marten Tromp zal euwichlick hestaan, Tot schande van den Brit, tot lof der Batavieren." De tanden zijn overleefd.
Doch, hoe weinig er bekend is van Auke Stellingwerf, dien, verheven tot Luitenant-Admiraal, hooggestemde lofverzen van de Hollandsche dichters Jeremias de Decker en Heiman Dullaert ten deel vielen, dit heeft mijn vriend de Heer Mr. J. H. Beucker Andreæ ondervonden bij zijne vergeefsche poging, om een levensberigt van dezen zeeheld zamen te stellen.
Was dit echter gevolg van al te groot leeftijdsverschil, dan kon het wel door de openbare meening worden veroordeeld, maar moeielijk door de wet worden tegengegaan. Natuurlijk geschiedde dit meest om het »heilig goud«, gelijk Jeremias de Decker in zijn puntdichten zegt: »'t Geld geld nu meer als d'eer, 't goud word als God gesmeekt, Men juycht als Pluto pleyt; men dut als Plato preekt«;
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek