United States or Micronesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Verder worden op bl. 47 aldaar vermeld: »Claes in de Cat", »Fredrik Sieuwertszoon in den Haen", »Jan in 't blaeuwe Paert", »Barend Janszoon in den engelschen Dog", als de namen van 16de eeusche amsterdamsche burgers. En op de volgende bladzyde nog de namen »Floris Jan Claesz. Otter", »Goossen Jansz. Reecalf", »Reynier Paeu", »Thomas Willemsz. Bontekoe", »Jacob Huyg Pietersz.

Dat stiet hij, met een schor geluid, In 't eind den moeden gorgel uit. "Tot morgen!" zeide zij en gingen Naar hunne loovertenten toe. Een omtrek nog van Bontekoe: Hij boog zich voor den Heere neder Vóór dat de slaap zijne oogen look, Een vol gemoed is dubbel teeder En Guurtjens beeld verscheen hem weder, En voor zijn Guurtjen bad hij ook!

Koe, De Koe en Bontekoe. »De bontekoe" is als uithangbord aan dorpsherbergen niet zeldzaam. Thomas Willemsz. Bontekoe, een amsterdamsch burger van den jare 1578 droeg waarschijnlik daar zynen naam af. En zeker was dit het geval met Willem Ysbrantsz. Bontekoe, de bekende oud-hollandsche Oostinje-vaarder. Daarop was nooit iemand gesteld.

Wat of zich Bontekoe verbeeldde? Dat Machtelds minnaar binnen kwam, Met zoete woordekens haar streelde, En, louter liefde, louter weelde, Een kus stal eer hij afscheid nam; En... waarlijk verder dacht hij niet; 't Bosschaadje hoorde een ander lied: Stem: Lorretjen. Wat leide ik toch een leven, Het prinsjen van de buurt!

't was geen ijd'le droom, Dat Orpheus, spelende aan den stroom, Op forschen klank van stem en snaren En aarde en lucht ten rei deed varen; Dat hij in weêrgâlooze luit Den schepter der natuur omklemde, Die leeuwen en die tijgers temde: Hier werkte een deuntjen wond'ren uit, Een blij gelach, een vrolijk tieren Verzelde 't staâg en volgde 't lang; Het was of 't schalke beurtgezang De woestaards van geneugt' deed gieren, Als zagen zij het scheepsfeest vieren, Zoo juichten zij uitgelaten toe, En ruimer aêmde Bontekoe.

Doe ging ik staen en wuifden ons volk toe: die my siende dadelijk na my toe kwamen, by de kant de reivier langs, enz. Gedenkwaardige Beschryving van de Achtjarige en zeer Avontuurlyke Reise van Willem IJsbrantsz. Bontekoe van Hoorn, gedaan na Oost-Indiën, pag 20.

'k Weet niet of u de les zal smaken; De wilden lachten luide er om, Terwijl 't refrein op eens een drom Van papegaaijen deed ontwaken: Daar klonk 't kapoe; daar galmde 't weêr; De vogels wisten van geen schuwte; De zoelte riep het tot de luwte, Het strand den stroom toe keer op keer; En Bontekoe dacht onder 't schaat'ren Des wilden wouds, der wilde waat'ren: "Zing voort, ik ken geen liedje meer."

Was op Texels reede, Toen de oostewind ten leste woei, En vlag en zeil zich grootsch verbreedde En 't schip geslaakt werd uit zijn boei, Het hem voorspeld, hoe ramp bij ramp Op reis hem dagen zou ten kamp; Hoe wreed de hoop hem zou bedriegen, Die hem zoo fier te roer deed staan, Als lachte Java reeds hem aan; Hoe in den verren oceaan Zijn kiel, 't Nieuw-Hoorn, in brand zou vliegen, Hij, Willem Ysbrandtsz Bontekoe, Had omgewend, de zeevaart moê!

De romantiese trek naar het ongewone en stoute, een grondtrek van 't Nederlandse karakter , blijkt uit avontuurlike zeereizen, als die van Bontekoe, van Willem Barentz, van zovele anderen; in sommige wonderlike stukken van Rembrandt; de stoute poging van de Groot om het recht van vrede en krijg tot een vast systeem te brengen; in het nog stoutere waagstuk van Spinoza om het Godsbegrip tot een mathematiese zedelike formule te herleiden.

Willem IJsbrandtszoon Bontekoe, in 1587 te Hoorn geboren, heette eigenlijk Decker, maar werd, daar zijn vader een herberg hield, de Bontekoe genoemd, in zijne jeugd meestal Willem uit de Bontekoe geheeten, en behield later dien naam. "Eene woning bij het Hoofd," zegt de heer C.A. Abbing, in zijne Beknopte Geschiedenis der stad Hoorn, enz.