Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 mei 2025
Zoo werden, om enkele voorbeelden te noemen, van bijna alle Nederlandsche dichters werken nagedrukt of buiten toestemming van den auteur uitgegeven, o.a. van: Vondel , Constantijn Huygens , Starter , Brederode , Poot , Jeremias de Decker , Jacob Cats.
Het was een "Prince-liedt" van den Frieschen dichter Jan Janszoon Starter, die in den dertigjarigen oorlog, als soldaat, onder den Graaf Van Mansfelt, verdwenen was om nooit weer iets van zich te laten hooren.
Voor eenige jaren heb ik over Starter en zijne Gedichten, in betrekking tot den toestand der Letterkunde in Friesland in het eerste gedeelte der 17e eeuw eene uitvoerige verhandeling zamengesteld, die ik welligt eerlang eens zal uitgeven, ook omdat er zoo weinig van en omtrent dezen dichter en dit tijdvak bekend is. Bovendien was hij de eerste, die verzen in de Landfriesche taal uitgaf.
Starter sloot in 1622 met een twintigtal Amsterdammers een contract, waarbij deze "lyefhebbers van de Nederduytsche poësy" zich verbonden, aan Starter wekelijks 12 carolus-guldens uit te keeren; daartegenover nam Starter de verplichting op zich, in Amsterdam te blijven wonen en o. a. gedichten voor hen te schrijven tegen drie stuivers de bladzijde.
Wat Hugo de Groot nog tijdig had weten te verhoeden, overkwam een ander schrijver in de 16de eeuw: den dichter Starter, wiens Lusthof arglistig buiten zijn weten werd gedrukt. Dit wekte wel zijne verontwaardiging, hij noemde het: "'t Onredelijckste stuck, d' onlydelijckste smart, Die immermeer aen my betoond is of bewezen" . doch eene krenking van zijn recht scheen ook hij daarin niet te zien.
Jij moest maar eens eene maand lang je voeten zetten op het dek van de Blinkert dan zou je wel minder zanglustig zijn en minder praats hebben!" "Heusch, ouwentje, de gort was aangebrand, anders zou je zoo brommig niet zijn en mijne liedekens verwenschen!" "Mijne liedekens! Als Starter en Brederoo nog leefden zonden ze je wel wat anders zeggen!
Het is onnoodig op den Reinaert, op de "schoone boerden," op de "sotternien," op de volksliederen en volksromans te wijzen; overbodig te herinneren aan den gullen lach van den ronden Roemer, aan de vroolijkheid van Jan van Hout, aan de drink- en minneliederen van Bredero en Starter, aan Hooft's "Warenar," aan Vondels "Rommelpot," aan de maaltijden van Jan Steen, de boerenkermissen van Ostade, de Teniersen en Rubens, aan de kroegen van Adriaen de Brouwer, aan de schaterlachende zangers, drinkers en vischwijven van Frans Hals dit alles is meermalen uitdrukkelijk in het licht gesteld.
Het viel onzen reiziger niet moeilijk, den veldeling eerlang op zijde te komen, en de woorden van het liedje van Starter te onderkennen, welke aldus luidden: Wy syn in 't soetste van ons jeught, In 't allerschoonste van ons tijt, En dat wy die niet sonder vreught Dus klackloos worden quijt.
Of zouden wij dien eernaam niet mogen toekennen aan ~JAN JANSZOON STARTER~, die in 1614 op twintigjarigen leeftijd te Leeuwarden kwam en deze stad in 1620 weder verliet, doch gedurende die zes voorspoedige jaren van het bestand hier, èn door de oprigting van eene Rederijkerskamer: Och, mogt het rijzen! welke 80 aanzienlijke personen tot leden telde, èn door het opvoeren van treur- en blijspelen, èn door zijne onuitputtelijke en geestige dichtader, hier een lust en liefde voor de nieuwe Nederduitsche poëzij opwekte, welke verwonderlijk was . Hij liet aan zijne talrijke vereerders de Friesche Lusthof, vol aardige minneliederen en trouwdichten, na, welke dien bijval vond, dat dezelve in dertien jaren 6 of 7 malen gedrukt werd.
Hoe groot de invloed ook was, dien STARTER tijdelijk uitoefende, deze was echter niet van duur of van dat gunstig gevolg, hetwelk men zich daarvan voor de toekomst had mogen beloven.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek