Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 september 2025


De Colonel FOURGEOUD en ik gaven toen dagelyks bezoeken aan vrouwen, in wier gezelschap zig niemand hoflyker gedroeg, dan hy, terwyl ik van myn kant mynen afkeer dikwils niet bedwingen konde.

Slimmigheidjes, zei ik, en iets vroeger spraken we van kwasie-handigheid. Wel zeker, 't is er ver vandaan dat zulke advokaterige debatteerkunstjes op logisch, rhetorisch, wysgeerig of inderdaad-rechtskundig gebied, waarde hebben ... zouden, indien zoo'n praat-specialiteit iemand tegenover zich had, die met eenvoudig gezond verstand en ongekreukt rechtsgevoel begaafd was. De zoodanige slaat, zonder de minste inspanning en met de kracht der waarheidzelf, door 't webje heen, waarin een oneerlyke tegenparty hem poogt te vangen. Maar heel gelukkig voor den beoefenaar dier bekwaamheid van lage verdieping, en den bloei der advokatery de in den grond ònbekwame mooiprater kan ongestoord z'n methode volhouden omdat hy te doen heeft met tegenstanders en rechters, die de eersten soms in den schandelyk-strikten zin, doch beiden altyd in slechts weinig gunstiger beteekenis van 't woord z'n compères zijn. Als specialiteiten immers van wat die heeren «de Rechten» gelieven te noemen, doorliepen zy denzelfden akademischen kursus van verstands- en gemoedsbederf als hy, en hieraan heeft de pleiter te danken dat z'n auditorium in rechtbank, parket en balie, zich door de grofste vergrijpen tegen Recht en Rede niet gestuit voelt. Al dat volkjen eerbiedigt, zooals zakkenrollers op de kermis, vice-versa de eigenaardigheden van 't «vak». Ze worden hierin gesteund door zeker gedeelte van 't publiek, dat blyk van zaakkennis meent te geven door 't wegstoppen van z'n gebrek aan begrip. Indien ieder die zich behoorde te ergeren aan ongerymdheden in wezen, vorm en incidenten van onze rechtspleging, oprecht of moedig genoeg was om z'n oordeel uittespreken, zou 't met dat bespottelyk toejuichen van «knappe advokaten» en den «eerbied voor 't geslagen vonnis» spoedig gedaan zyn. By misbruiken als de hier gelaakte, hebben de vakmannen altyd 'n trouwe bondgenoot in het verstandelyk en zedelyk minst-ontwikkeld gedeelte van de menigte, een kategorie waartoe zyzelf dan ook grootendeels juist ten-gevolge van hun akademische leiding gewoonlyk behooren. Als om de maat van ongerymdheid voltemeten schoon de zaak zeer makkelyk te verklaren is ziet men dagelyks dezelfde rechters die de onbeschaamdste zottepraat geduldig aanhoorden, in de beslissing der zaak blyk geven dat ze op de aangevoerde verdedigingsgronden bitter weinig acht hebben geslagen, of zelfs dat die «gronden» 'n geheel anderen indruk maakten dan de beschuldigde zeker recht had te verwachten. De Fransche advokaat LACHAUD draagt den bynaam van grand sauveur, en juist hierom kan men den ongelukkige die hèm tot «verdediger» kiest, reeds vóór 't vonnis als veroordeeld beschouwen. Wie meent hèm noodig te hebben, verklaart zich ryp voor 't schavot. Het is immers nu eenmaal van algemeene bekendheid dat die niemand- reddende redder de specialiteit van ongerymde stellingen beoefent, en dat 'n certifikaat van onschuld uit zyn mond, vrywel gelyk staat met 'n bekentenis van moord en doodslag. Ook waar dat bekennen niet meer noodig is, blyft altyd de naam LACHAUD 'n wichtig nummer op 't lystje van verzwarende omstandigheden. Het hem door de publieke opinie toegeschreven talent hoofdzakelyk alweer bestaande in onbeschaamdheid benadeelt z'n beschermelingen, en komt dus in den grond, gelyk alle schelmery, op onbekwaamheid neer. Wie dit betwyfelt, vrage zich af wat d

Nu moet ik erkennen dat Femke-zelf er ook niet veel van begreep. Sedert vier, vyf, jaren las ze dagelyks in dat boekjen, en was altyd tevreden geweest met de maat van haar begrip. Maar nu ze door Wouter's onnoozelheid in morâ gesteld werd, reden te geven van haar geloof, bemerkte zy voor 't eerst dat zy even onwetend was als hy. Zy voelde schaamte hierover, en sloeg 't boekje dicht.

"Het staat in onze macht, om den welvaart van tweemaal honderd duizend menschen, wier arbeid ons het dagelyks middel van bestaan verschaft, te bevorderen; wy hebben het vermogen van, om zoo te spreken, eene nieuwe schepping te vormen. Welk edeler voorwerp kan immer onzen yver aanvuuren, en de natuurlyke neiging, die ons tot weldadigheid heen leidt, opwekken?

In het jaar 1678, was een Hollander, genaamt HEYNSIUS, en de Capitain LIGHTENBORG, de één Gouverneur, en de ander Bevelhebber over het krygsvolk aldaar. De Hollanders hadden, geduurende de eerste jaaren van hun genot, weinig genoegen in hunne nieuwe bezittingen, en wierden door de invallen der Karaïben, welken zy minder wel behandelden, dan de Engelschen gedaan hadden, dagelyks ontrust.

Het is waar, dat dit dier in Surinamen zeer zeldzaam is; maar dat hy door de natuur-kenners niet beter beschreven is, moet men ongetwyffeld toeschryven aan zyne ongemeene woestheid, die byna altyd belet, om hem levend te vangen. De Bevelhebber en ik waren toen boezemvrienden, en dagelyks noodigde hy my aan zyne tafel.

Omtrent dezen tyd maakten de Friesche stroopers, uit het leger van den Oversten Ailua, dagelyks een goeden buit.

Ik zag aldaar ten huize van den heer REYNSDORP, eene Portugeesche Jodin, die haare kinderen in den Christelyken Godsdienst opvoede; terwyl van eenen anderen kant, de Opzichteresse van zeker Godshuis dagelyks ongelukkige slaven liet geesselen, om dat zy, zoo ze zeide, Heidenen waren.

In het jaar 1678, was een Hollander, genaamt HEYNSIUS, en de Capitain LIGHTENBORG, de één Gouverneur, en de ander Bevelhebber over het krygsvolk aldaar. De Hollanders hadden, geduurende de eerste jaaren van hun genot, weinig genoegen in hunne nieuwe bezittingen, en wierden door de invallen der Karaïben, welken zy minder wel behandelden, dan de Engelschen gedaan hadden, dagelyks ontrust.

Sommigen beweren, naar ik hoor, dat onze Koning by de Natie niet geacht is. Of 't waar is, weet ik niet. Ook niet of hy achting verdient. Maar eilieve, meent men dat het omgekeerde mogelyk is? Dat die Koning de Natie achten kan, volgens de stalen die hy dagelyks van haar onder de oogen krygt, en die hem nota bene worden opgedrongen als de élite van 't Volk?

Woord Van De Dag

tusschentoestanden

Anderen Op Zoek