Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juni 2025


Het ware niet moeielijk voor Cedric geweest, indien hij het gewild had, om zich aan het hoofd eener derde partij te plaatsen, welke ten minste even geducht was, als ééne der beide anderen.

Aldus vermaand, ging Cedric op zijn onderneming uit; en het duurde niet lang of hij had gelegenheid, om de kracht van de tooverspreuk te beproeven, welke de nar als alvermogend had aanbevolen. In een lage, gewelfde en donkere gang, waardoor hij trachtte naar de zaal van het kasteel te dringen, werd hij door een vrouwelijke gedaante opgehouden.

Maar toen Rowena sprak, scheen de klank van haar stem hem uit zijn gepeins te wekken. "Rowena," zeide Cedric, "dat past niet; ware een verder pand noodig, dan zou ik zelf, hoe beleedigd, en zwaar beleedigd, ik door hem ben, evenwel met mijn eer voor die van Ivanhoe instaan.

"Eene Jodin!" riep Cedric, zich van deze gelegenheid bedienende om zich van haar te ontslaan, "Laat mij voorbij, vrouw! houd mij niet op, zoo u het leven lief is! Ik kom zoo regelrecht van mijn heilig ambt, en wenschte bezoedeling te vermijden." "Volg mij maar, vader," zei de oude heks, "gij zijt vreemd in dit kasteel, en kunt er zonder gids niet uitkomen. Kom hierheen, want ik moet u spreken.

"Ik vond hen," zeide Cedric, zoo goed als hij kon in het Fransch sprekende, "het ergste verwachtende, van het oogenblik af, dat ze wisten, in wiens macht ze gevallen waren." "Hoe, heer monnik?" hernam Front-de-Boeuf, "uwe spraak, dunkt mij, verraadt een Saksische afkomst." "Ik ben opgevoed in het klooster van St. Withold te Burton," antwoordde Cedric.

Twee dingen mishaagden Cedric in dit antwoord. Daarenboven had hij geen tijd om eenige aanmerking te maken, want Wamba viel hem in de rede met de aanmerking: "Het is beter, hoewel niet gemakkelijker, de eerste van honderd dan van twee te zijn."

Waardige Sakser," ging hij voort, zich tot Cedric wendende, "mag ik u verzoeken ons een Normandiër te noemen, wiens naam uw lippen het minst zal bezoedelen, en met een beker wijn alle bitterheid af te spoelen, welke de klank nog zou achterlaten?"

"Waarachtig," zei Wamba, "in weerwil van al mijne dwaasheid, zal ik uwe dwaze boodschap niet doen. Cedric heeft nog eene werpspies in den gordel, en gij weet, hij mist niet altijd het doel!" "Het is mij onverschillig," hernam Gurth, "hoe spoedig hij mij tot zijn doelwit verkiest te maken. Gisteren liet hij Wilfrid, mijn jongen meester, in zijn bloed liggen.

"Cedric is haar vader niet," hervatte de Prior; "hij is slechts een verre bloedverwant van haar; zij stamt van hooger bloed af, dan zelfs dat, waarop hij aanspraak maakt. Tot haren voogd heeft hij zich, naar ik meen, zelf aangesteld; maar zijne pupil is hem even dierbaar, als een eigen kind.

"Moge de duivel met mij wegvliegen, en mij in Ifrin laten met de zielen van Odin en Thor!" riep Cedric ongeduldig, en hij zou waarschijnlijk zoo voortgegaan zijn, zonder in het minst aan zijn heiligen stand te denken, als niet het gesprek afgebroken was geweest door de heesche stem van Urfried, de oude vrouw van den toren.

Woord Van De Dag

schapenhoedster

Anderen Op Zoek