United States or South Georgia and the South Sandwich Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het was dus geenszins een gevoel van nieuwsgierigheid, dat ons naar Cawnpore gevoerd had. Alleen de wil van Sir Edward Munro had er ons gebracht. 's Morgens van den 30n Mei hadden wij ons kamp verlaten. Banks, kapitein Hod en ik, we vergezelden den kolonel en sergeant Mac Neil bij dien smartelijken gang, dien Sir Edward Munro voor het laatst doen wilde.

»Toen bood Nana Sahib de regeering zijne goede diensten aan. Generaal Wheeler was onvoorzichtig genoeg om aan de goede trouw van dien bedrieger geloof te slaan, wiens eigen soldaten dadelijk de gebouwen der schatkamer bezetten. »Dienzelfden dag vermoordde een ongeregeld regiment Sipayers, dat Cawnpore passeerde, aan de poorten der stad zijne Europeesche officieren.

Het hart ontzonk ons en woorden ontbraken ons om deze ontroostbare smart te lenigen, hopende dat Sir Edward Munro daar zijne laatste tranen zou weenen! O! als hij een der eerste soldaten van het koninklijk leger geweest was, die te Cawnpore binnenkwamen en die na den gruwzamen moord in dat Bibi-Ghar doordrongen, zou hij van smart gestorven zijn!

Met hem was kolonel Munro dan ook te Cawnpore; hij maakte den tweeden veldtocht mede onder Colin Campbell; ook was hij bij het beleg van Lucknow en verliet dezen beroemden soldaat niet eer dan toen Outram tot lid van den raad van Indië te Calcutta benoemd was.

»Mijn eerste gedachte was dat deze knapen in verbinding stonden met de oproerlingen en dat dit het begin van een aanval was. Indien de deur, die wij bewaakten, in de handen der Sepoys viel, dan was de plaats verloren, en zouden de vrouwen en kinderen behandeld worden, gelijk te Cawnpore.

Te Cawnpore verplichtte kolonel Neil de veroordeelden, alvorens hen aan de galg over te leveren, naar gelang van hun kasterang, met de tong alle bloedvlekken af te likken en schoon te maken, die in het huis waar men de slachtoffers had omgebracht, waren overgebleven. Dit was voor deze Hindoes den dood door de schande doen voorafgaan.

En wat wonder als men het verslag leest van een der Engelsche officieren, een verhaal door den reiziger Rousselet medegedeeld. »Nauwlijks te Cawnpore binnengekomen, haastten we ons om de ongelukkige vrouwen op te sporen, die wij wisten, dat zich in de handen bevonden van den verfoeilijken Nana, doch weldra vernamen wij de afschuwelijke terdoodbrenging.

»Ja, Banks, gaarne.... 'k zou voor een laatste maal Cawnpore nog eens willen terugzien!" »Welnu, we zijn er binnen twee dagen!" antwoordde de ingenieur eenvoudig. »En dan?" hernam kolonel Munro. »Dan?...." antwoordde Banks, »zullen we onzen tocht naar het noorden van Indië voortzetten!" »Ja!.... naar het noorden! naar het noorden!...." zei de kolonel op een toon, die me tot in de ziel trof.

»Op het graf, ja!" riep Mac Neil uit. »Maar is dat dan een graf, die put van Cawnpore, waar zoovele slachtoffers op en onder elkander zijn neergesmeten! Is dat een graftombe, die te midden van bloemen, in de schaduw van statig geboomte, met een enkelen naam, den naam van hem, die niet meer is, en dien we zoo innig lief hadden, de herinnering levendig houdt!

Ten elf ure waren wij in het kamp terug en hadden wij natuurlijk grooten haast Cawnpore te verlaten, maar eenige herstellingen aan de voedingspomp der machine lieten niet toe dat wij voor den volgenden morgen vertrokken. Er bleef mij dus nog een halve dag over. Ik meende hem niet beter te kunnen besteden dan met het bezoeken van Lucknow.