Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 mei 2025
De alcalde zat aan 't eene uiteinde der tafel, Ibarra aan 't andere. Rechts van den jongen man bevond zich Maria Clara, en aan zijn linkerzijde de notaris. Capitán Tiago, de alférez, de burgemeester, de monniken, de beambten en de enkele jonge dames die gebleven waren, zaten niet naar rang, maar naar eigen verkiezing.
Capitán Tiago beloofde de Heilige Maagd van Antipolo een gouden stok ten geschenke te geven. En ten slotte begon de koorts allengs, maar geregeld af te nemen. Doctor Espadaña was verbaasd over de geneeskracht van alteastroop en ijslands mos; want hij had verder niets voorgeschreven.
"Meneer Ibarra, ik wou 's graag met u kennis maken. Kaptein Tiago is een groot vriend van me en ik heb uw vader gekend. Ik heet Capitán Tinong. Ik woon in Tondo, waar u welkom in in mijn huis is: ik hoop, dat u me de eer 's zal aandoen. Kom morgen bij ons eten." Ibarra toonde zich verrukt over zooveel vriendelijkheid. Capitán Tinong glimlachte en wreef zich in de handen.
Bedaard trad hij binnen en groette diep, ofschoon het bezoek der monniken hem niet veel goeds scheen te voorspellen. De Capitán Generaal trad hem eenige schreden tegemoet. "'t Doet me recht veel genoegen, meneer Ibarra, u de hand te mogen drukken," zeide hij. "Veroorloof me dat ik u hier op vertrouwelijken voet ontvang."
Maria Clara huiverde. "O!" riep de Capitán General, "veroorloof me, mejuffrouw, dat ik den wensch uitspreek, u terug te mogen zien, voordat ik de plaats verlaat: ik heb u nog zeer belangrijke dingen te zeggen. Meneer de alcalde, u zult me wel op de wandeling willen vergezellen die doe ik te voet nadat ik een onderhoud onder vier oogen met meneer Ibarra zal hebben gehad."
Of Padre Dámaso een preek instudeerde of niet, valt niet te zeggen, doch zeer gewichtige zaken moesten wel zijn aandacht in beslag nemen, want hij stak zijn hand niet eens uit voor Capitán Tiago, zoodat deze bijna een knieval moest doen om die te kussen. "Santiago!" was 't eerste wat hij zeide, "we moeten over heel belangrijke zaken spreken. Laten we naar je kantoor gaan."
En ziende dat de neef draalde met te antwoorden, ging ze, zich tot Capitán Tiago wendend, voort: "Gelooft u me maar, als ze hem ter dood veroordeelen, zooals te hopen is, dan zal 't aan mijn neef te danken zijn." "Nicht! nicht!" protesteerde Linares. Doch ze liet hem geen tijd: "Och wat 'n diplomaat ben jij geworden!
Maar hij heeft geen tijd, om hier verder over na te denken. "Mijn duena," zegt de dame haastig. "Wij moeten haar wekken, ter wille van de etiquette, senor capitan, wij moeten de gravin De Pariza wekken!"
Niemand van de kandidaten had aan den huisheer gedacht. Ibarra zag hem met voldoening en een glimlach op de lippen naar het tooneeltje kijken. "Hoe zoo, don Santiago, gaat u niet tusschen ons in zitten?" Maar al de plaatsen waren reeds bezet: Lucullus at niet bij Lucullus aan huis. "Hou u bedaard, niet opstaan!" zeide Capitán Tiago en legde zijn hand op den schouder van het jongemensch.
Dienzelfden avond haalden beide echtgenooten hun zaakjes bijeen, boden Capitán Tiago de rekening, die eenige duizenden beliep aan, en den volgenden dag heel vroeg vertrokken ze naar Manila in 't rijtuig van hun gastheer. De schuchtere Linares was als wreker achtergebleven: die rol was hem althans toebedeeld. Het Raadsel. De donkere zwaluwen zullen wederkeeren..... Becquer.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek