Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juli 2025
Wat Mr. Giles en Brittles betreft, zij blijven nog in hun oude betrekking, ofschoon de eerste kaal is geworden en de laatste heelemaal grijs. Zij slapen in de pastorie, maar verdeelen hun diensten zóó gelijkelijk onder de bewoners hier en Oliver en Mr. Brownlow en dokter Losberne, dat de dorpsbewoners tot op den huidigen dag nog niet hebben kunnen ontdekken, in welk huis zij nu eigenlijk behooren.
Gerustgesteld door deze verzekering, deed Brittles de deur wijd open en stond tegenover een stoeren man in een manteljas. Zonder iets meer te zeggen, kwam deze binnen, en veegde zijn voeten op de mat zoo bedaard, alsof hij hier thuis was. »Wil je iemand naar buiten sturen om mijn kameraad af te lossen, jongmensch?« zei de politiebeambte, »hij zit nog in 't rijtuig en houdt 't paard vast.
Gedurende dit korte gesprek had dokter Losberne den patient den pols gevoeld; nu stond hij op van den stoel naast het bed en merkte op, dat de heeren, mochten zij omtrent het geval in twijfel verkeeren, misschien wel in de naaste kamer wilden gaan en Brittles ondervragen.
Eerlijk gezegd, de man scheen werkelijk zijn plaats te kennen en heel goed te weten, dat het geen benijdbare was, want onder het spreken klapperden zijn tanden in zijn mond. »Je bent bang, Brittles,« zei Mr. Giles. »Dat's niet waar,« zei Brittles. »'t Is wel waar,« zei Giles. »Je bent 'n valschaard, Mr. Giles,« zei Brittles. »Je bent 'n leugenaar, Brittles,« zei Mr. Giles.
Brittles gehoorzaamde; de groep, angstig over elkaars schouders glurend, zag geen ander verschrikkelijk ding dan den armen Oliver Twist, sprakeloos en uitgeput, die met moeite zijn oogen opsloeg en zonder woorden hun medelijden inriep. »Een jongen!« riep Mr. Giles en duwde dapper den ketellapper naar den achtergrond. »Wat mankeert die Hè? Kijk, Brittles, zie je, herken je 'm niet?«
Nadat dit onder ademlooze belangstelling van alle toeschouwers gebeurd was, kwamen zij weer binnen; Mr. Giles en Brittles werden nu uitgenoodigd een melodramatische voorstelling te geven van de avonturen van den vorigen nacht, wat zij zoowat zes maal achter elkaar deden, waarbij zij elkaar de eerste maal niet meer dan één keer en de laatste maal niet meer dan twaalf keer tegenspraken.
»En Brittles is al meer dan een uur geleden op weg gegaan, nietwaar?« vroeg de oude dame na een stilte. »Een uur en twaalf minuten mevrouw,« antwoordde Mr. Giles, terwijl hij een zilveren horloge, dat hij aan een zwart lint droeg, te voorschijn haalde. »Hij is nooit vlug,« merkte de oude dame op. »Brittles is altijd een langzame jongen geweest, mevrouw,« antwoordde de knecht.
Bij dit punt van het verhaal werd de keukenmeid bleek en vroeg de werkmeid om de deur dicht te doen; deze vroeg het aan Brittles, deze aan den ketellapper en deze deed of hij 't niet gehoord had. »Een geluid meende te hooren,« ging Mr. Giles voort. »Eerst zeg ik: 't is verbeelding, en zou net weer in slaap vallen, maar toen hoorde ik het geluid weer en duidelijker.«
Ik zal die arme jongen, Brittles, wakker maken, dan wordt hij ten minste niet in zijn bed vermoord; anders, zeg ik in mezelf, kan, vóór hij 't weet, zijn keel wel doorgesneden worden van zijn ééne oor tot zijn andere.« Hier wendden aller oogen zich naar Brittles, die de zijne op den spreker richtte en hem aanstaarde met open mond en ongeveinsde ontzetting op heel zijn gezicht.
»Zoo-zoo,« antwoordde de dokter. »Ik ben bang, Mr. Giles, dat je er je leelijk in hebt gewerkt.« »U meent toch niet,« zei Mr. Giles bevend, »dat hij sterven zal? Als ik dat moest denken, zou ik nooit meer gelukkig zijn. Ik zou geen jongen dood willen maken nee, niet eens Brittles hier niet voor al 't tafelzilver in 't heele land.«
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek