Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Toen ze ongeveer een uur samen waren geweest, slenterde de Heer Palmer naar de dames Dashwood toe, om zijn verrassing te uiten, dat hij hen hier in de stad aantrof, hoewel Kolonel Brandon bij hem aan huis het eerst hun komst had vernomen, en hij zelfs iets héél grappigs had gezegd, toen hij hoorde dat die komst aanstaande was. "Ik dacht dat u allebei in Devonshire waart," zei hij.
Dat was toch iets gewonnen; iets om tegemoet te zien. Kolonel Brandon moest het een of ander hebben te vertellen. Pas had zij dit voor zichzelve vastgesteld, toen de verschijning van een ruiter haar de oogen naar het venster deed richten. Hij hield stil bij hun hek. Het was een heer; het zou Kolonel Brandon zijn. Nu zou ze meer hooren, en gespannen verwachting deed haar beven.
Ik voor mij geloof stellig al was Willoughby werkelijk zoo beminnelijk gebleken, als hij getoond heeft het tegendeel te zijn, dan zou Marianne nòg met hem niet zoo gelukkig zijn geworden, als ze zijn zal met Kolonel Brandon." Zij zweeg. Haar dochter was het niet geheel met haar eens; doch dat meeningsverschil werd niet geuit en kon dus geen aanstoot geven.
Edward hoorde met genoegen, dat Kolonel Brandon te Barton werd verwacht; daar hij werkelijk niet alleen wenschte, hem beter te leeren kennen; maar ook, om gelegenheid te vinden, hem te overtuigen, dat hij niet afkeerig was van de predikantsplaats te Delaford.
"Ja, als ons dat gelukt, mevrouw," zei Elinor, "dan zullen we er wel komen, mèt of zonder Kolonel Brandon." Meteen stond zij op en ging heen, om Marianne op te zoeken, die zij, zooals ze verwachtte, in hun eigen kamer, zwijgend en bedroefd, bij de smeulende overblijfselen vond zitten van een klein vuurtje, het eenige dat licht gaf in de kamer, tot Elinor binnenkwam.
Kolonel Brandon was thans zoo gelukkig als allen, die het meest van hem hielden, geloofden, dat hij verdiende te zijn; in Marianne vond hij troost voor alle geleden verdriet; haar genegenheid haar gezelschap schonken zijn geest de levendigheid, zijn stemming de opgewektheid van voorheen; en dat Marianne haar geluk vond in het bevorderen van het zijne, was de verblijdende overtuiging, die door al haar opmerkzame vrienden werd gedeeld.
Hun zusters en Mevrouw Jennings werden ook gevraagd, en John Dashwood zorgde ervoor dat Kolonel Brandon eveneens van de partij zou zijn. De laatste, die gaarne overal kwam, waar hij de dames Dashwood kon ontmoeten, beantwoordde zijne overstelpende beleefdheid met eenige verwondering, maar met veel meer genoegen.
Edward antwoordde niet; maar toen zij haar hoofd afwendde, wierp hij haar een blik toe, zoo ernstig, zoo veelbeteekenend en zoo droefgeestig, dat zij er duidelijk in had kunnen lezen, hoezeer hij wenschte, dat de afstand tusschen de pastorie en het heerenhuis veel grooter had mogen zijn. "Kolonel Brandon woont, geloof ik, in St. James's Street," zei hij een oogenblik later, terwijl hij opstond.
Maar hij had zoo weinig belang gesteld in de zaak, dat hij al zijne kennis omtrent het huis, den tuin en den bouwgrond, de grootte der gemeente, den toestand van het land, en de opbrengst der tienden, te danken had aan Elinor zelve, die er door Kolonel Brandon zooveel van had vernomen, en daarbij zoo aandachtig had geluisterd, dat zij thans volkomen op de hoogte was.
Elinor was ook teleurgesteld, maar haar genegenheid voor Kolonel Brandon deed haar zijn bezoek toch welkom zijn, en het speet haar bijzonder, dat deze man, die zooveel van hare zuster hield, moest bemerken, dat zij bij zijn weêrzien niets dan verdriet en teleurstelling gevoelde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek