Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


"Vaarwel, mijn jonge vriend," zei de goeverneur toen hij Jack ten afscheid de hand drukte, "voor zoover ik uw vrouwtje heb leeren kennen, zal het uwe schuld zijn als ge in haar niet het toppunt uwer wenschen bereikt hebt. Als ik ooit in Engeland mocht komen, zal mijn eerste bezoek Boschlust gelden. Vaarwel en leef gelukkig!"

Nog dienzelfden avond reden zij gezamelijk naar Boschlust, waar alles op de feestelijke ontvangst van het jonge paar was ingericht. Er volgde nu in de eerste dagen een reeks van diners en partijen en Jack leefde voortaan gelukkig en tevreden aan de zijde van zijn lief vrouwtje, dat hem volstrekt geen reden gaf tot allerlei breedvoerige betoogen.

Meneer Nicodemus Rustig leefde als welgesteld man op zijn buitengoed Boschlust in het Engelsche graafschap Hampshire. Dolgraag zou hij zoo'n paar kleine kleuters om zich heen hebben zien springen; maar, ofschoon reeds tien jaar getrouwd, nog altijd bleef hij met zijn vrouwtje alleen.

Jack zuchtte en gelastte Mesty om een der stalknechts bij hem te zenden. Toen de geroepene verscheen, beval hij hem naar dokter Middleton te rijden en dien te verzoeken zoo spoedig mogelijk op Boschlust te komen. De man, die werkelijk een goede bediende was, antwoordde beleefd: "Om u te dienen, meneer!" en haastte zich om den ontvangen last te volbrengen.

Op zekeren dag kwam een knecht van meneer Rustig te paard bij dokter Middleton aanrennen, met de boodschap of de dokter onmiddellijk op Boschlust zou willen komen. De man voldeed aan dit verzoek en vond bij zijn komst het heele huis in rep en roer meneer liep erg onrustig heen en weer, mevrouw had maar werk om niet flauw te vallen en al de meiden verdrongen elkaar zenuwachtig om haar stoel.

Daardoor kreeg hij weldra zooveel noten op zijn zang, dat dokter Middleton, die als huisvriend dikwijls op Boschlust kwam, er soms bedenkelijk het hoofd over schudde en begon te vreezen, dat de al te toegeeflijke ouders het ventje glad zouden bederven.

Jack wipte in den wagen en Mesty klom op het achtbankje. Twee uren later waren ze te Portsmouth en gingen het schip bezichtigen, dat een mooi, snelzeilend vaartuig bleek te zijn, met aan weerskanten zes koperen kanonnen. "Uitstekend," dacht Jack; "nu een man of veertig en een jongen of zes aan boord en de boel is kant en klaar." Hij ging met Mesty weer aan wal en keerde naar Boschlust terug.

Ik wil hem geen schrik aanjagen; hij moest anders eens hals over kop naar Boschlust terugkeeren." "Dat mag in geen geval, want zijn vader schijnt zijn grootste vijand te zijn. Hoe jammer dat iemand met zulk een goed hart zoo'n zwakhoofd kan wezen!"

"Na al wat er gebeurd is behoef ik u wel niet te zeggen, Sawbridge, dat het jongmensch, met wien ge in aanraking zijt geweest, de zoon is en meneer Rustig van Boschlust de vader."

Dit wekte de levensgeesten weer op en spoedig was de jongen weer aardig opgeknapt. Nadat Jack verteld had hoe alles zich had toegedragen, vroeg de boer hem, hoe hij heette. "Mijn naam is Rustig," antwoordde Jack. "Hoe! ben je de zoon van meneer Rustig van Boschlust?" "Ja." "Alle drommels! dat is mijn pachtheer, en wat een goede, hoor! Waarom heb je dat niet gezegd, toen je in den appelboom zat?

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek