Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juli 2025


Het is te begrijpen, dat hij na deze ontmoeting in den regel met groote haast den terugtocht aanvaardt, zich zonder eenige consideratie voor zijne ledematen en voor zijn broek bij den stam naar beneden laat glijden en vol schrik den boom verlaat. In grootte evenaart deze Vogel onzen Bonten Specht. De oogen zijn bruin, de pooten geelachtig grijs; de snavel is hoornzwart.

Elke parochie versierde toen hare altaren met groen en bloemen, met een bonten, veelkleurigen opschik, ter eere van de heilige patronesse.

We brengen et in bij den Vader; en de Vader geeft ons alle weken zakduiten. Dat is goed, meheer; dat is heel goed. Als ik oud wor, verdien ik geen kopere' cent meer; maar ik krijg toch de' zakduit. Hier", zeide hij, een bonten katoenen zakdoek uithalende, "deuze, en", op zijn tabaksdoos kloppende, "en deuze, heb ik van me zakduit gekocht".

De bonten pelerine vloog op den grond, maar Martha regelde de wanorde van kleedingstukken, die zich in het vertrek verspreidden. Mathilde hief de wolk van teeder azuur op, en liet ze, licht als een zucht, om Freddy heenglijden.

Joan wierp een vluchtigen blik op den man, die hem dezen voorslag deed. Hij had het uiterlijk van een Duitschen of Poolschen Jood, droeg een lange blauwe samaar met een hoogen kraag, die hem over de ooren stak, een diep ingedrukte bonten muts en een bruinen baard.

Daar zat zij, in schaduw van een bonten esch, mijne Marie, die anders rondhuppelde als een ree; daar rees zij op en neeg statelijk, mijne Marie, die mij vroeger hare frissche lippen ten kus aanbood; daar zeide zij zacht, toonloos, schroomvallig, ik wist niet wat er van mijne Marie geworden was: "Mijnheer!" Ik reikte haar de hand. Was er eene klove tusschen ons?

Vanuit het kanaal zoog een kille wind om den hoek; het was koud op het water en rillend trok ze de bonten écharpe dichter om zich heen. Op 't oogenblik dat ze afvoeren, hoorde Elizabeth in de hall van 't Hôtel de stemmen van evenals zij met den vroegen morgentrein vertrekkende gasten en omkijkend zag ze donkere gestalten verschijnen op de stoeptreden waar ze zooeven was ingestegen.

Zij die over den zomer jubelden, zouden eens zien dat hij er nog was, hij Sintram, die de duisternis zonder morgen, den dood zonder opstanding, den winter zonder lente liefheeft. Hij deed zijn wolvenpels aan en de ruige bonten wanten. Hij liet zijn rood paard voor de kapslee spannen en liet bellen aan 't glanzende, fraai versierde tuig hangen.

Ze reklameerde haar deel van de zaak, en eischte vóór alles 'n bonten voorschoot terug, dat ze volgens haar beweren aan haar dochter geleend had. En zal ik er nou d

Daarheen wou men vlieden, zoo niet in werkelijkheid, dan in droom. Telkens weer heeft het herdersideaal moeten dienen als geneesmiddel, om de geesten te bevrijden uit de kramp van een opgeschroefde dogmatiseering en formaliseering der liefde. Men snakte naar verlossing uit de knellende begrippen van ridderlijke trouw en dienst, uit den bonten toestel der allegorie.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek