Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 november 2025
58 Voor dien in den voorsten bek was het bijten niets vergeleken met het krauwen, zóódat meermalen de ruggegraat gansch ontbloot bleef van de huid. 61 "Die ziel daarboven, die de grootste straffe heeft," zeide de Meester "is Judas Iscarioth, die het hoofd binnen en de beenen buiten houdt.
"Niet te haastig, beste schat!" hernam mijn vader: "ik verbuig hem niet tot gastvriend te hebben: wanneer wij zoo terstond bijten aan het eerste aas, dat hij ons toewerpt, dan hebben wij kans dat hij ons niet loslaat, maar onze geheele familie lid voor lid bezingt."
Men vocht den 23 Juli. De Gentenaars verweerden zich als ware helden. Zij wondden den jongen Karel en meenden zelfs zijnen vader, den hertog, in het gras te doen bijten, toen de krijgskans keerde. Nagenoeg 20,000 Vlamingen bleven dood, versmoord in de Schelde, vertrappeld onder de paarden, of neergeveld door de wapenen. Nu nog draagt een deel van het bloedige slagveld den naam van «Roode Zee.»
Met hetzelfde doel bijten zij de Paarden, muildieren en koeien altijd in de zijden, de schoften en den hals, waar zij zich gemakkelijk vasthouden kunnen. Hetzelfde doen zij met de menschen, zooals ik getuigen kan, daar ik zelf viermaal in de teenen werd gebeten, terwijl ik onder den vrijen hemel of onder een afdak sliep.
Een jongeling, die schuin achter hem stond, zijn Myrtilus, of metgezel bij de dagelijksche oefeningen in de renbaan, antwoordde, verheugd over de eer hem aangedaan: Deed ik dat niet, mijn Messala, dan was ik niet waard uw vriend te zijn. Herinnert gij u den man, die u van middag in het stof heeft doen bijten? Bij Bacchus!
Wij zijn maar met ons vieren. Maar wij hebben een geduchte rekening met den Shoet te vereffenen. Hij en zijn rakkers hebben ons te vreezen en niet wij hen. Ik laat al dat tuig met een enkele handbeweging in het stof bijten. Daarbij streek ik verachtelijk mijn rechterhand over het vlak van mijn linker, als vaagde ik al dat tuig weg. Het was volstrekt mijn bedoeling niet om te bluffen of te pochen.
Een onstuimige uitgelatenheid, een, naar het mij voorkomt, onbedwingbare aandrang tot bijten, misschien zonder de bedoeling om hierdoor pijn te doen, maar veeleer een uitvloeisel van het streven om de kwikzilverachtige levendigheid van den roerigen geest door daden te openbaren: dit is, mijns inziens, de eigenlijke aard van dit dier.
En in door de vensters en in door de poort, En dwars door den vloer gaat het stormende voort, En af van den zolder, geen muur die ze stoort, Van rechts en van links, van zuid en van noord, Van binnen en buiten, van hier en van daar, Dringt af op de bisschop de ijlende schaar, Gewet zijn hun tanden vooraf aan het steen, Zij bijten den kerkvorst tot diep op het been, Zij rukten zijn vleesch van het lichaam hem af, Want dit was hun taak: hem te brengen zijn straf.
In de gevangenschap zijn zij zachtaardig en vredelievend, met andere woorden, zij trachten niet te bijten; zij zijn echter zoo dom, onverschillig en traag, dat men niet veel aardigheid aan hen kan hebben.
De dichterlijke glimwormen en andere lichtgevende insekten hebben makkers, die geen licht geven, maar gruwelijk bijten, en u, des avonds en des nachts, in dichte zwermen op het lijf vallen; nog dien eigen nacht hadden wij gelegenheid met die verschrikkelijke muskieten kennis te maken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek