United States or Bhutan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Misschien te goeder trouw, en zich zelven bedriegende, vroom als zij is. De ootmoedige, arme, eenvoudige Monseigneur Bienvenu behoorde niet onder de invloedrijke kerkvorsten. Dit was duidelijk aan de volstrekte afwezigheid van jonge priesters in zijn omgeving. Men heeft gezien, dat hij te Parijs "geen opgang had gemaakt."

Deze twee of drie millioen bepaalden zich inderdaad, zooals wij reeds gezegd hebben, tot zeshonderd dertig of veertig duizend francs. In 't begin van 't jaar 1821 berichtten de dagbladen den dood van den heer Myriel, bisschop van D., "bijgenaamd Monseigneur Bienvenu," in den ouderdom van twee-en-tachtig jaren en in den reuk van heiligheid overleden.

Gregorius XVI ging, toen hij tachtig jaren oud was, nog rechtop, en had een vriendelijk voorkomen, 't geen niet belette, dat hij een slecht bisschop was. Monseigneur Bienvenu had, wat het volk "een fraaien kop" noemt; maar die was zoo vriendelijk, dat men de fraaiheid er van voorbij zag.

"Zwijg," beval een gendarm. "'t Is Monseigneur de bisschop." Intusschen was Monseigneur Bienvenu zoo snel genaderd als zijn hooge jaren hem vergunden. "Ha! zijt gij daar!" riep hij, Jean Valjean aanziende. "Het verheugt mij u te zien! Maar ... ik had u ook de kandelaars gegeven, die evenzeer van zilver zijn als het andere, en waarvoor ge wel tweehonderd francs kunt krijgen.

Na zijn zuster goeden nacht te hebben gezegd, nam Monseigneur Bienvenu een der zilveren kandelaars van de tafel, gaf den anderen aan zijn gast en zeide: "Ik zal u naar uw kamer brengen, mijn vriend!" De man volgde hem.

De kist werd geopend; zij bevatte een koorkleed van goudlaken, een met diamanten bezetten mijter, een aartsbisschoppelijk kruis, een prachtigen bisschopsstaf, kortom al de bisschoppelijke versierselen, die een maand te voren uit de Lieve-Vrouwenkerk te Embrun gestolen waren. In de kist lag een papier, waarop deze woorden stonden geschreven: Cravatte aan Monseigneur Bienvenu.

Dewijl deze soort van bijzonderheden, vooral in den tegenwoordigen tijd, den bisschop van Digne een schijn van "pantheïsme" geven om een woord, dat thans zeer in de mode is, te gebruiken en, hetzij tot zijn blaam of zijn lof, konden doen gelooven, dat hij iets bezat van die persoonlijke, onze eeuw eigene, wijsbegeerte, welke soms in eenzaam levende geesten ontkiemt, opgroeit en zoo groot wordt, dat zij er den godsdienst uit verdringt, zoo vermelden wij wel uitdrukkelijk dat niemand dergenen, die Monseigneur Bienvenu gekend hebben, zich zou veroorloofd hebben iets dergelijks te denken.

Men gevoelde zoozeer de onmogelijkheid om bij Monseigneur Bienvenu eenigszins vooruit te komen, dat de nauwelijks door hem gewijde seminaristen zich bij de aartsbisschoppen van Aix of van Auch deden aanbevelen en zoo schielijk mogelijk weggingen. Want, wij herhalen het: ieder wil vooruit!

Hij weerde zich zoo, dat hij van zijn post ontzet werd. Nu was hij met vrouw en kinderen geheel zonder brood en huisvesting. De bisschop deed hem bij zich komen, berispte hem welwillend en stelde hem tot oppasser der kerk aan. In negen jaren had Monseigneur Bienvenu door edele daden en een liefderijk gedrag de stad Digne met een soort van teedere, kinderlijke vereering voor zich vervuld.

Monseigneur Bienvenu was vroeger, volgens 't geen van zijn jeugd en zelfs van zijn verderen leeftijd verhaald werd, een hartstochtelijk, ja heftig man geweest.