Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juli 2025
De ondergaande zon schijnt door het venster en geeft leven en bezieling aan het gelaat en de goddelijke oogen van Hermoine de Alva. Met de haast van den minnaar gaat de Engelschman op het schilderij af. Op Oliver's angstige opmerking: "Wat is er van uw dienst?" antwoordt hij niets, geheel verdiept als hij is in de beschouwing van zijn beminde! "Wat is er van uw dienst, senor?" "O ja!
De hoorders moeten als regel aannemen, dat niemand altijd dezelfde kan zijn, tenzij hij zich voortbewege op de vlakke baan der vervelende gemeenplaatsen. Men vertelt, dat eens eenige afgevaardigden van een vacante gemeente een doctor in de godgeleerdheid van middelbaren leeftijd gingen hooren, een man van kalmen aard en zonder eenige bezieling.
Misschien is het waar dat ikzelf vreemd ben aan het opmaken van dezen brief. Misschien veracht ik u morgen even diep als ik u gisteren heb veracht. De adem althans, die door mijne woorden gaat, schijnt niet de mijne te wezen, en ik gehoorzaam aan eene geweldige bezieling zooals die ander?
Wij zijn diep bewogen, zoowel door de indrukwekkende uiting van blijdschap, welke aan de schoone en welgeslaagde feesten ten grondslag ligt, als door de geestdrift, die er de bezieling aan gaf, bovenal stemt het ons ouderhart tot groote dankbaarheid getuige te hebben mogen zijn van de liefde, waarmede Zij, die wij zoo gaarne ons »zonneschijntje« noemen, allerwege is ontvangen en begroet.
Ik hoopte met stalen volharding te bemachtigen wat ik mij zelf bekennen moest niet te bezitten. Ik gunde mij rust noch uitspanning. Ik tobde mij af, ik werkte gestadig door; helaas! ik werkte met de getrouwheid van een eerlijk daglooner, waar mij de bezieling van den kunstenaar ontbrak, die den arbeid licht maakt ondanks de inspanning die hij vordert.
Deze primitieve ascetische aandoening is de basis, waarop het ridderideaal is opgebouwd tot een edele verbeelding van mannelijke volmaaktheid, nauw verwant aan de Grieksche kalokagathia, een hevige aspiratie naar schoon leven, de energische bezieling van een reeks van eeuwen ... en ook het masker, waarachter een wereld van baatzucht en geweld zich hullen kon.
Eerst is het enkel een formeel fantazie-element. Een groote nieuwe bezieling wordt het eerst laat, en de geest en de uitdrukkingsvormen, die wij als de oude, middeleeuwsche plegen te beschouwen, sterven ook dan nog niet af.
Een betrekkelijk jonge man, met lange zwarte haren, zat geheel naakt tusschen vijf houtvuren, ver genoeg van hem verwijderd, om hem niet te kunnen verbranden, maar dicht genoeg om hem een warm lichaam te bezorgen. Rondom hem zaten tal van eenvoudige zielen in heiligen ootmoed te luisteren naar de woorden van wijsheid en bezieling, die van de lippen van dezen dwaas vloeiden.
De vingers staan uitgespreid, alsof ze tintelen van de aandoening, waarmee de plechtigheid hem vervult; vooral de pink staat wijd uitgespannen; zoo zien we dat bij iemand, die zijne woorden spreekt in ontroerde bezieling. Niettemin is de hand onschoon van teekening. Evenals die van Jezus op de eerste Opwekking, is ze breed en plat, de vingers zijn kort en stomp, de geleding is niet zuiver gevoeld.
Hij die werkt en wroet als een mol in de aarde, in den blinde, zonder te weten vanwaar de kracht hem toekomt die van hem uitgaat, die van bezieling praat zonder dat hij weet waardoor hij bezield wordt, zal zich eenmaal mat en machteloos, arm en ledig vinden, zonder de bron te kennen waarin hij zich verfrisschen en verjeugdigen kan; dat is de realiteit van die zinrijke mythe: de hengstenbron."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek