Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juli 2025
Eene stem is gehoord in Rama, geklag, geween, en groot gekerm; Rachel beweent hare kinderen en wil niet vertroost wezen, omdat zij niet meer zijn. Mr. Haley en Tom hotsten op den wagen voort, ieder voor eene poos in zijne eigene gedachten verdiept. Nu is het met de gedachten van twee menschen die naast elkander zitten, zonderling gesteld.
Die landstreek beweent hem zoozeer, omdat zijn dood zoo bloedig gewroken is. Dit is degene die van slang mensch geworden is. 7 Korten tijd na 1300 overkwamen Florence vele rampen, o.a. een groote brand door de Zwarten aangestoken, waarbij 1700 huizen vernield werden, en dan de groote krakeelen tusschen de partijen. 9 Prato, een naburige versterkte plaats.
Vrouw Ipsukuk beweent haar verloren rijkdom en Tummassook verbeeldt zich weer opperhoofd te zijn en het volk is hongerig en trekt woedend rond. De derde vertelde dat Neewak het altaar van Moosu tegen den grond had gegooid en een godsdienstoefening ging houden voor de vroeger geëerde goden. En het heele volk herinnert zich de overvloed van vroeger.
19 waarin ik de oogen zóó gevestigd hield, geloof ik dat een geest van mijn bloed de schuld beweent, die daar beneden zoo duur te staan komt." 22 Toen zeide de Meester: "Niet botse uw gedachte van nu aan op hem: let op eenen anderen, en hij blijve daar; 25 want ik zag hem aan den voet van de brug naar u met den vinger wijzen en u heftig bedreigen, en ik hoorde hem noemen Geri del Bello.
Ook "een figure" van een zondaar, die in de hel zijne zonden beweent en zijne medemenschen waarschuwt, en een drietal tweespraken tusschen een levenden en een dooden koning .
Neem den 'Eerste der Engelschen' gevangen of dood hem en gij kunt er zeker van zijn, dat gij generaal wordt, en dat brengt u aan de kerkdeur, waar Hermoine u wacht." "Groote God! Dat is afschuwelijk," mompelt Guy. "Gezonden door de vrouw, die ik bemin, om mij te dooden! En nu zal zij hem beweenen." "Ja, en hoe meer zij hem beweent, hoe teederder zij u bemint. Gij zijt nog niet dood.
Wij leven samen gelukkig, vervolgde Uilenspiegel, of rampspoedig, naarvolgens de omstandigheden; gedenk dat, Jef! De ezel balkte voort, want hij had honger. En nooit zult ge mij vergeten, sprak zijn meester, want welke liefde is sterker dan die, welke dezelfde vreugde beleeft en denzelfden rampspoed beweent? Jef, jongen, gij moet u op den rug leggen.
Ik betreurde het verlies van mijn geld, zooals men een eenigen zoon beweent, en indien mijn tranen mij al niet teruggaven, wat men mij ontnomen had, ze waren tenminste oorzaak, dat ik het medelijden opwekte van personen, die ze zagen vloeien en onder anderen van den pastoor van Galves, die toevallig voorbijkwam. Hij scheen getroffen door mijn verdriet en nam mij mee.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek