United States or Georgia ? Vote for the TOP Country of the Week !


En opnieuw begon de edelmoedige strijd wie blijven zou, en wie voor de anderen redenen zou vinden om niet te blijven. "Gij hebt een vrouw, die u bemint." "Gij hebt een oude moeder." "Gij hebt geene ouders meer, wat zal van uw drie broertjes worden?" "Gij zijt vader van vijf kinderen." "Gij hebt recht te leven; ge zijt eerst zeventien jaren oud, dit is te jong om te sterven."

Maar, beste Milly, is iemand die niet meer bemint, bij de verklaring van zijne onverschilligheid treurig en verslagen, gelijk gij mij op dees oogenblik voorkomt te zijn? .... Ik herinner me dat ik u bemind heb. Betreurt gij het oude mes dat versleten is, Milly? Neen. Ik kan niet verbergen dat ik het versleten heb door overdadig en onvoorzichtig gebruik. Ik ben niet zorgzaam geweest.

Ik mag gelijk of ongelijk hebben, maar deze trots, dien u zoo afkeurt, maakt, dat elke gedachte aan Catharina Alexandrowna voor mij onmogelijk is." "Laat ik u nog dit ééne zeggen: gij begrijpt, ik spreek van mijn zuster, die ik lief heb, alsof zij mijn kind was. Ik zeg niet, dat zij u bemint; ik wilde maar zeggen, dat haar afwijzend woord van toenmaals volstrekt niets beteekent."

Bemint gij niemand? vroeg hij. Ik bemin u als mijn evennaaste; maar vóór alles bemin ik Onzen Lieven Heer en Zijne Moeder de Heilige Maria, die mij bevelen in kuischheid mijn leven te slijten. Hard en zwaar zijn mijne plichten, doch de Heer is ons, armen vrouwen, behulpzaam. Nochtans zijn er die bezwijken. Is uw dikke vriend vroolijk van aard?

Toen hij dit gezegd had, begon de grijsaard te snikken. Hij nam het hoofd van Marius en drukte het in zijn armen, tegen zijn oude borst, en beiden weenden. Dit is een der vormen van het hoogste geluk. "Mijn vader!" riep Marius. "Ha, gij bemint mij dus!" zei de grijsaard. Er ontstond een onbeschrijfelijk oogenblik. Zij konden van aandoening niet spreken.

En na vele woorden werd met groote moeite de vrouw met hem verzoend en vertrokken zij hem neerslachtig achterlatend met het huis vol steenen. Vierde Vertelling. De provoost van Fiesole bemint een weduwe, die hem niet bemint. Hij gelooft met haar te slapen, doch doet dit met haar dienstmaagd en de broeders van de donna doen hem betrappen door den bisschop.

"Zy heeft u lief, broeder, sprak Kusco, aan u denkt zy, van u droomt zy, u bemint zy, o Telasco! Gy zyt koning in haar hart, en dus Inca van Peru." Telasco sidderde. Want hy had Kusco te lief, om te willen dat het waar was. Twyfelend zag hy Emma aan, en nu werd het eerst recht moeielyk voor hem, want nu viel ze hèm om den hals, en kuste hem innig, en trok hem naast zich op de bank van zoden.

"Denk niet zoo slecht van ons," zei Izaäk, begeerig om van dit oogenblik van schijnbare gevoeligheid gebruik te maken: "de vervolgde vos, de gekwelde wilde kat beminnen hun kroost. Het verachte en vervolgde nageslacht van Abraham bemint ook zijne kinderen." "Het is zoo," zei Front-de-Boeuf; "ik wil het in het vervolg gelooven, Izaäk, om uwentwille; maar dit baat ons nu niet.

"Ik vertrek morgen ... ik wil nog meer doen ... wat ben ik? Eene zedelooze vrouw! Een steen om den hals! Ik wil je niet kwellen, ik wil het niet! Ik wil je vrij maken! Je bemint mij niet, je bemint eene andere!"

Reeds van hunne geboorte af doen de jongen haar lijden. Zij voedt ze met hare melk. Zij bemint ze. Dat is hare roeping. In die richting hebben zich steeds hare hersenen ontwikkeld. Zij is voor het gevoel geschapen, het gevoel doet haar leven. Dat is hare voornaamste eigenschap.