Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juni 2025
Toen Deugniet behagelijk warm in zijn lekker bedje lag, moest hij voortdurend aan zijn moeder denken, die buiten op hem wachtte en die om zijnentwil zóó droevig veranderd was, dat niemand haar herkende. Hoe vreeselijk boette zijn lieve moeder toch voor alles, wat hij misdreven had.
Zoo kan je ook zoo leelijk een vereeniging, een partij binnenzwemmen. Ben je er eenmaal in, dan kun je geen hand uitsteken, of je slaat tegen een muur van het programma. Akelig benauwd. Je dacht je tusschen die wanden recht behagelijk en thuis te voelen? Niets er van. 't Zijn dwangbuizen voor je geest.
Zonder de minste overhaasting zetten zij kalm hun tocht voort, gevolgd door hun makker, den Indiaan, die onophoudelijk zijn coca kauwt, welke hem in een droomerigen toestand brengt, en beiden, mensch en dieren, stappen zoo, behagelijk hun kaken bewegend, verder. Als een vreemdeling hen voorbijgaat, staan zij met uitgerekten hals stil, en staren hem aan met een strakken, verbaasden blik.
Ik neem het hem niets kwalijk. Hij leunde achterover in zijn rotting leunigstoel, met iets van een slachtoffer. Intusschen gevoelde hij zich zeer behagelijk, aangenaam gestreeld door de luxe, die in de serre, tusschen het groen der planten, in het weifelende halflicht schemerde. De tuin was keurig onderhouden, rijk aan bloemen, met een gazon.
Natuurlijk te zijn is ook een poze, en de vervelendste, die ik ken, lachte Lord Henry. Zij gingen den tuin in en lieten zich behagelijk op een rieten bank neêr, in de schaduw van een hoogen laurierboom. Het zonlicht slipte over de gepolijste bladeren. In het gras trilden witte madelieven. Na eene pooze haalde Lord Henry zijn horloge uit.
Veel meer gewassen dan zij verslinden, worden tot gruis gestampt onder hunne logge pooten, of worden vernield, wanneer zij zich, na verzadigd te zijn, op de wijze van de Zwijnen, behagelijk in een ondiepen kuil heen en weer wentelen.
En nu was 't avond en 't stortregende. Den heelen dag had het bijna zonder ophouden gestortregend. Het water liep bij stralen langs mijn ruiten. Ik voelde me behagelijk. Ik mocht dat wel. Ik had geen kachel en m'n demi stond nog bij Oome Jan. Een winterjas heb ik nooit bezeten. Die vorst had me gehinderd: van armoede moest je naar bed.
Men had haar een winterhoed opgezet, dien Cécile niet meer droeg en een kort lakensch manteltje aangetrokken, dat haar te nauw was, zoodat zij zich niet heel behagelijk voelde "Wacht maar, we zullen wel gauw een jonge dame van je maken," zei mevrouw d'Ablong, toen het rijtuig stilstond voor een grooten winkel met spiegelruiten, waarachter zooveel fraaie stoffen in donkere en lichte tinten en zooveel kostbare kant, zijde, fluweel en wit dons lagen uitgestald dat Elsje groote oogen opzette.
Heb je je niet erg verveeld, zoo geheel verlaten? Wel een beetje. Misschien jij nog meer? vroeg zij, hem behaagziek toelachend. Ik? Wel neen. Integendeel, de tableaux waren heel aardig. Wijd zijne beenen uit-een zettende, slurpte hij behagelijk aan zijn gloeienden grog. Is de peuter stil geweest? Ja. Hij is niet wakker geworden. Blijf je nog op? Even de couranten inzien.
Maar het maakte hem toch geschikter om na eenige jaren van langzaam rijpen, de geestelijke beweging van zijn tijd zelfstandig in zich op te nemen en te verwerken. En zij gaf hem haar eigen geloof dat zoo wel bij zijn weekheid paste: het zachtaardige, poëtisch milde, vage christendom van Fénélon waarin haar faciele natuur zich behagelijk neervleide als in een donzen bed.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek