Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juli 2025
Beatrijs boog haar hoofd. "Heer! ik weet hiervan niets; want ik was krank, toen mijne kinderen werden geboren. Maar ik geef de zaak in God's handen en in die van dezen jongeling, en ik bid u hem te behandelen als uwen zoon." De koningin, Beatrijs, werd naar eene schoone kamer gevoerd, en Oriant, de koning, begaf zich tot Matabrune, en vertelde haar van Helias, den jongeling.
Noot: Alle cursiveeringen zijn van mij. Beatrijs, naverteld door R.J. Spitz
Aldus is het verhaal in Boutens' Beatrijs: Een zeer reine en volmaakt aan God en Maria overgegeven non leidt in een klooster een begenadigd leven. Ze is een ideëele figuur van zieleschoonheid, welke, als in haar volmaakt-natuurlijken vorm, zich in lichaamsschoon heeft gehuld.
Noot: Naar aanleiding van: "Beatrijs, Het Middelnederlandsch Gedicht in Proza naverteld" door B.J. Spitz. "De Zonnebloem" Apeldoorn, 1916.
Ten slotte biecht THEOPHILUS wat er met hem gebeurd is aan den bisschop en sterft kort daarna. Deze geschiedenis bemoedigde BEATRIJS, toen zij, op hare beurt in zonde gevallen, berouwvol haar hart voor de Heilige Maagd uitstortte. Zij was eene hoofsche schoone non, die in een klooster den dienst van kosteres getrouwelijk waarnam.
De edele Oriant en de reine Beatrijs, verzeld van hunne drommen ridders, traden in het strijdperk, om te hooren, wat de jongeling, Helias, hun wilde zeggen. "Luister naar de belijdenis van dezen ridder hier, van Macharis, den valschaard." Macharis trad naar voren, groetende den koning, Oriant, en de koningin, Beatrijs, met eerbiedige reverence.
Het Vagevier van Sinte Patricius dankte zijn ontstaan aan het verlangen des dichters om den boozen afkeer van hunne boosheid in te boezemen. Andere geestelijke dichters vragen: bid voor mij die dit schreef, of beloven den lezers kwijtschelding van zonden . Is ook de liefelijke sproke van Beatrijs te beschouwen als een soort van boetedoening? Zekerheid hebben wij hier niet.
Op dat oogenblik keerde Matabrune haar gansche haat tegen Beatrijs, de ongelukkige koningin uit, haar scheldend met booze woorden, dat zij jonge honden het leven had geschonken en geene kinderen. Met moede stem zeide Beatrijs: "Toon ze me dan, want ik kan u niet gelooven."
Ik wil mij wreken op den valschen ridder Macharis, die mijne onschuldige moeder beticht." "Macharis " antwoordde een der wachters, "is in de zaal en klaagt Beatrijs aan. Ons echter schijnt het toe, dat het valschelijk is, want de koningin Beatrijs is goed." Helias omhelsde hem uit dankbaarheid voor deze woorden, en de knecht leidde hem in de zaal, tot voor 's konings troon.
En ziedaar de oplossing: de psychologische en religieuze noodzakelijkheid van de biecht voor Beatrijs, èn een biechtvader, die het zóó weet te plooien, dat hij, zonder het biechtgeheim te schenden, toch der wereld de troostende en stichtende wetenschap van het mirakel schenken kan. Haer moeder hiet Beatrijs.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek