Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juli 2025
"De meester!" riep ik, "neen, zinnelooze! hij is geen meester over uw leven! gij moet vluchten! gij moet hem medeslepen! hoort gij mij? begrijpt gij mij?" Ik had Hans bij den arm genomen. Ik wilde hem dwingen om op te staan. Ik worstelde met hem. Mijn oom kwam tusschen beiden. "Bedaar, Axel!" zeide hij. "Gij zult niets gedaan krijgen van dezen koelbloedigen dienaar.
"Tot weerziens, Axel! tot weerziens!" Dit waren de laatste woorden, die ik hoorde. Dit vreemde gesprek, gevoerd door de dichte massa der aarde heen, terwijl de sprekers meer dan een uur gaans van elkander verwijderd waren, eindigde met die vertroostende woorden.
"Gij ziet, Axel!" voegde hij er bij, "dat de toestand van de kern der aarde tot velerlei gissingen onder de geologen aanleiding heeft gegeven, niets is minder bewezen dan dit feit van eene inwendige hitte; volgens mijn gevoelen bestaat zij niet en kan zij niet bestaan; wij zullen het echter onderzoeken en even als Arne Saknussemm zullen wij weten, waaraan wij ons met betrekking tot dit gewichtige vraagstuk te houden hebben."
"Hebt gij kracht genoeg om een weinig rond te wandelen?" vroeg hij mij. "Ja zeker!" antwoordde ik, "niets zal mij aangenamer zijn." "Welnu! neem mijn arm, Axel! en laten wij de bochten van den oever volgen." Ik nam dit aanbod gretig aan, en wij begonnen onze wandeling langs de kust van dezen nieuwen oceaan.
Ik maakte het op uit eenige woorden, die hem ontvielen. "Het is zeker," zeide ik hem, "dat wij niet op ons uitgangspunt terug gekomen zijn; maar als wij den oever langs varen, komen wij stellig weder bij Gräubenhaven terug." "Als dat zoo is," antwoordde mijn oom, "is het noodeloos om dit onderzoek voort te zetten en het beste is naar het vlot terug te keeren. Maar vergist gij u niet, Axel?"
Dit schijnsel was sterk genoeg om de omringende voorwerpen duidelijk te kunnen onderscheiden. "Welnu, Axel! wat zegt gij er van?" zeide mijn oom zich de handen wrijvende. "Hebt gij ooit een rustiger nacht doorgebracht in ons huis in de Koningstraat? Hier wordt men niet gestoord door het geratel van karren, door het geschreeuw der kooplieden, door het getier der schippers!"
"Zie! die schaarden zijn er niet ingekomen door hem menschen in de keel te duwen; zijn lemmet is met eene laag roest bedekt, die niet dagteekent van één dag, van één jaar, noch van één eeuw!" De professor werd naar gewoonte opgewonden, terwijl hij zich door zijne verbeelding liet medeslepen. "Axel!" hernam hij, "wij zijn op den goeden weg van de groote ontdekking!
Weet gij wel, Axel! dat zij dan in grootte met de Middellandsche zee kan wedijveren?" "Ja! vooral als wij haar alleen in de breedte overgestoken zijn!" "Dat is zeer licht mogelijk!" "En het aardigste is," voegde ik er bij, "dat als onze berekening juist is, wij nu de Middellandsche zee boven ons hoofd hebben." "Is het waar?" "Ja! wij zijn immers negenhonderd uur gaans van Reikiavik af!"
"Gij ziet niet, Axel! maar als gij luisterdet, zoudt gij kunnen hooren!" "Hooren?" "Ja! eenige hamerslagen, die u zouden zeggen, dat Hans reeds aan het werk is." "Vervaardigt hij een vlot?" "Ja!" "Heeft hij dan reeds boomen onder zijne bijl doen vallen?" "O! de boomen waren reeds geveld. Kom mede en gij zult hem aan het werk zien."
"Laat mij alleen, zeg ik u! Ik ben deze reis begonnen, ik zal haar tot het einde volbrengen of niet terugkeeren. Ga heen, Axel, ga heen!" Mijn oom was, zoo sprekende, in een uiterst opgewonden toestand. Zijne stem, die een oogenblik aangedaan was geweest, werd weder ruw en dreigend. Hij worstelde met eene sombere geestkracht tegen het onmogelijke!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek