United States or Uganda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Menigmaal was er een schaduw in het bosch, welke hij voorbijging en dan had hij een duizeling, die dreigde hem neder te storten. Dan keek hij naar zijn roode hand. Soms, in een stad, hoorde hij den lach van een vrouw, en hij wilde stil-staan, om haar te bezien. Zoo schoon was die lach Eens sprak een meisje tot hem. Haar stem klonk als die van Alixe. "Waar wilt gij heen-gaan, ridder?

Waleram en Reginald bij alles, wat u heilig is en mij, gaarne gaf ik u beiden mijn dochter, Alixe, als dit mogelijk was. Daar Gods bestuur niet veranderd kan worden, zeg ik u, dat mijn dochter hem kan kiezen, dien ze mint. Zweer het mij, dat gij elkander als broeders zult liefhebben, welken man zij ook nemen wil.

Het was kort daarna, dat Alixe Waleram beloofde, zijn vrouw te worden. Reginald vluchtte uit het land, en men was daarom gelukkig. "Want" zoo meende men "nu zal hij zichzelf tegen een booze daad willen beschermen. Over eenige jaren zal hij op den Valkenberg terugkeeren, en de twee broeders zullen weder tezamen uitrijden, gelijk 't hun gewoonte was."

Bekommerde zij zich meer om zijn broeder dan om hem? Drift deed zijn brein duizelen, en eerst met bovenmenschelijke moeite wist hij zich te bedwingen, om arglistig te lachen: "Ge weet misschien niet, Alixe, dat mijn broeder een slecht ruiter is, zooals hij zich onbekwaam voelt in alle dingen, die eens ridders zijn.

Hij zocht in den diepen nacht naar haar, waar zij gevallen was. "Alixe!" riep hij. Hij hoorde haar stem, verre "Vaarwel Waleram! Uw broeder Zijn dolk was scherp Waleram ... vaarwel!" Hij voelde, dat hij bij den keel werd gevat. Hij wilde zich verweren.

"Ik was zeker tegelijkertijd met mijn broeder Reginald gekomen," zoo sprak hij, "zoo niet mijn paard gestruikeld was. Vandaar ben ik met stof overdekt." Alixe zeide: "Ge zijt ons welkom, hoe ge ook zijt." Waleram ging voort: "Ik was verwonderd, dat mijn broeder mij niet wachtte, en verder reed, zonder zich om mij te bekommeren. Zeker heeft hij niet gezien, dat mijn paard struikelde."

Nauwelijks waren zij gezeten, of de wachter voegde zich bij hen, en meldde, dat een tweede ruiter naderde. Toen schitterde Alixe's oogen, en vroolijk riep ze: "Dat is Waleram." Hij trad binnen, met stof bedekt, en hinkende. Zij liep hem tegemoet, en heette hem met juichende stem welkom. Reginald wendde zijn blik van hem af; onwillekeurig zette zich Alixe naast Waleram.

Blijf bij mij." Hij zag naar zijn hand. "Waarom zwijgt gij, ridder? Als ge me aanziet, hebt gij me lief." Hij wendde zijn schuwen blik naar haar. Hij had het willen zweren, dat het Alixe was, die naast hem schreed. Hij bedwong zich met alle kracht. "Ga heen, Alixe, of wie gij zijt. Mijn ziel moet rust vinden, mijnhanden moeten van het bloed bevrijd worden." Als een nevel week ze.

Want zoowaar als de vriendschap van vele mannen door de liefde verdwijnt, zoo zeg ik u als oud man: verwerp de vriendschap nooit lichtvaardig." De twee broeders zwegen, en de graaf ging voort als een smeekeling: "Zweer het mij, Waleram en Reginald, dat gij elkander " "Waarom noemt ge den naam van Waleram het eerst?" riep Reginald rauw. "Hebt gij hem evenals Alixe meer lief dan mij?

"Vertelt gij het sprookje, dat gij machtiger zijt dan ik, Waleram? De wedstrijd moet nog gestreden worden, waarin gij overwint." "Neen!" riep de graaf van Kleef, "zoo moogt gij beiden niet voortgaan. Het is niet goed, als broeders kampen. Beiden zijt ge dappere ridders, en dat moet u genoeg zijn." Alixe was opgestaan. Haar stem klonk toornig, terwijl zij uitriep: "Het is Reginald, die dit begon.