Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


De jonge edelman, Siddha Rama, was de zoon van den eersten minister van Kaçmir en door zijn vader met het overbrengen van belangrijke brieven naar het hof van Keizer Akbar of den Grooten Mogol, te Agra, belast, waar hij tevens het bevel zou aanvaarden over eene afdeeling Radjpoet-ruiterij, die onder de hulptroepen van het keizerlijk leger dienst had te doen.

Zoo spreek dan, en onverholen! gebood Iravati, ik ben bereid aan te hooren wat gij te zeggen hebt. En nu verhaalde de vertrouwde, hoe zij van een krijgsman, die uit Agra kwam, het een en ander omtrent Siddha vernomen had.

Ik twijfel geen oogenblik, of hij zal ze u gaarne verleenen na uw op nieuw betoonde trouw. Ik begrijp dat gij Feizi liefst zult willen ontwijken, en dat is ook goed; gij behoort hem een nadere ontmoeting te sparen; maar Hindostan is waarlijk groot genoeg om twee menschen van elkaar gescheiden te houden, en in Kaçmir of elders kunt gij even goed als te Agra zelf nog werkzaam zijn.

Gij verbeeldt u alligt dat ik, zoo stil en eenzaam hier levend, niets weet van 't geen er omgaat in de paleizen van Agra en in 's Keizers raad verhandeld wordt. Toevallige betrekking met enkele personen, die goed op de hoogte zijn, stelt mij evenwel in de gelegenheid er iets meer van te weten dan gij waarschijnlijk vermoedt.

Dat was ook zoo, gaf Siddha ten antwoord, wij waren reeds vertrokken, maar ontvingen tegenbevel onder weg. En zoo blijven we dan nog eenige dagen in Agra; 't geen mij bijzonder genoegen doet, omdat het mij in de gelegenheid stelt, het groote feest van heden, het geboortefeest van den Keizer, bij te wonen, waarvan ik veel gehoord heb.

Ik weet slechts wat ik met mijn eigen oogen gezien heb. Onze plantage lag op een plaats Muttra genaamd, dicht bij de Noord-westelijke provinciën. Nacht op nacht was het gansche uitspansel verlicht door de brandende bungalows, en dag op dag trokken er kleine gezelschappen Europeanen door onze plaats met hunne vrouwen en kinderen op weg naar Agra, waar onze troepen in garnizoen lagen. Mr.

Ga straks langs dien kant; dat is nog voorzigtiger dan langs den anderen, waar gij Siddha soms in de nabijheid van den tuinmuur zoudt kunnen ontmoeten. Alles hernam Salhana, is dan goed afgesproken, niet waar? Gij zorgt voor Selim en de rest hier in Agra; ik voor mij blijf mij met Akbar belasten, en ben ik niet al te ongelukkig dan zijn wij spoedig van hem en al zijn volk bevrijd.

Eenige weinige jaren later nog, en Feizi had onder die vreemde Westerlingen in Agra, die hij, even als zijne tijd en landgenooten onder den algemeenen naam van Franken begreep, ook nog anderen kunnen aanwijzen, die wederom van genen verschilden.

Door zóó te handelen, ziet gij wel, Sahib, dat zijn bezitting toekomt aan hen, die hun vaandel trouw bleven. »Deze voorgewende koopman, die reist onder den naam van Achmet, bevindt zich thans in de stad Agra, en wenscht in het fort binnen te dringen. Hij heeft als reisgezel mijn zoogbroeder Dost Akbar bij zich, die met zijn geheim bekend is.

Maar reeds was er daglicht zichtbaar door de lichte strooien gordijnen, die de deur afsloten naar de binnenplaats, en ik herinnerde mij tegen zonsopgang een sjikari te hebben besteld, die mij hier in de buurt van Agra op een jachtuitstapje zou vergezellen, vóórdat de rechte middaghitte er zou zijn.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek