Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juli 2025
Herinnert ge u, dat de zoo bekende en moet ik zeggen beroemde of befaamde? père Joseph, de kapucyner-monnik, de vriend en vertrouweling van den kardinaal de Richelieu, een afstammeling was van deze familie?
Het was ook aan een afstammeling uit het geslacht van Heusden, dat Walcheren zijn bevrijding van 't Spaansche juk te danken had, en wel aan Jan van Kuik, Heer van Herp, die in 1571 Vlissingen tot 's Prinsen zijde deed overslaan; voor welke kloeke daad hy later met de Heerlijkheid Domburg beleend werd.
Matthias was een wettige afstammeling van het Oostenrijksche huis, maar geen Spanjaard. De aanhangers van het wettige koningschap en van de katholieke godsdienst konden zich rondom hem scharen en de haat des volks tegen de Spanjaarden kon hem, den Duitscher, niet treffen.
Maar wie er vergeten werd niet Prins Willem Hendrik van Oranje, op wien menige dronk werd uitgebracht; terwijl allen het daarin eens waren, dat Zijne Hoogheid een waardige afstammeling was van het doorluchtig stamhuis, waaruit hij was gesproten. Wij zagen reeds, hoe men hier in Holland over het uitstapje van den Prins oordeelde; wat de Raadpensionaris er van zeide, meldt ons de historie niet.
Men kan dit feit hebben verward met de verovering van Rome door Arnulph, den laatsten afstammeling van dezen Karel, wien het vergund was den Westelijken Keizerskroon te dragen, doch om gekroond te worden, de stad moest overwinnen, waarin de Friezen beoosten het Flie hem bij stonden." Dit is hoofdzakelijk, met anderen, ook het gevoelen van den heer v.
Afstammeling van een aristocratisch geslacht, móórdend-deftig opgevoed, geest-vermummiënd bewindseld door het kinderachtigst conventioneele in zijn jeugd, weet hij op later leeftijd niet veel anders met zijn vrijheid aan te vangen, dan zooveel mogelijk maatschappelijke ruiten in te gooien, met geen ander wezenlijk resultaat natuurlijk, dan dat hij eigen handen kwetst.
Nu komt voor den apanagehouder een Hollander in de plaats, een suikerplanter: Kromo verneemt het op een goeden dag. Zijn dessa, zijn velden en hijzelf zijn nu van den suikerplanter, zooals ze vroeger waren van een Javaanschen ambtenaar, hoveling, zoon, dochter of afstammeling tot in het vierde geslacht van den Sultan. De macht-hebber is een andere, de macht is dezelfde over hem.
Onderweg, dicht bij den Choma, ontmoette ik mijn zuster. Gij hebt haar naar uw gemaal gezonden. Hij zal de aangeboden hand grijpen. Nu hij alles op het spel moet zetten of ten onder gaan, zal de afstammeling van Herakles zijn oude heldenkracht nog eens toonen.
Hij was de afstammeling van den dastoer Meherji Rana, wiens nagedachtenis in het bijzonder wordt vereerd, omdat hij de eer had het hoofd te zijn van de priesters, die indertijd keizer Akbar inwijdden in de geheimen der leer van Zoroaster. Mijn groote belangstelling had mij doen besluiten, mij met hem in betrekking te stellen.
Karang Assem werd als loon voor bewezen diensten toegevoegd aan dat Lomboksche rijk dat vroeger van Karang Assem uit veroverd was, en waar nog een afstammeling uit het Karangassemsche vorstengeslacht regeerde. Deze zond twee van zijn neven het waren broeders als stedehouders naar het nieuwe wingewest.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek