Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juni 2025


In een der zuilengangen aan de buitenzijde van het paleis, waar enkele lampen een flauw schijnsel verspreidden, stuitte hij plotseling op een man, die zijne verontschuldigende woorden met een half onderdrukten vloek beantwoordde. Verdoemde Christenhond! bromde die man, terwijl hij zich verder spoedde. Het was Abdal Kadir Badaoni, die zich tot den Keizer begaf.

Ongetwijfeld zoudt gij, vriend Siddha! ook aan 't woord komend, nog wel 't een en ander tegen Abdal Kadir's redenen in 't midden hebben te brengen, gelijk ik zelf ook verre ben van er mee in te stemmen; doch, zoo ik mij niet vergis, komt hij ditmaal ons niet opzoeken om een toch onvruchtbaren twist te voeren, maar ter bespreking van een of ander dadelijk belang.

Met een trotschen blik nam Abdal Kadir den een weinig ter zijde getreden Siddha van 't hoofd tot de voeten op, en keerde hem toen zonder een woord te spreken den rug toe.

En met een ietwat ironieken glimlach om de lippen verwijderde zich de Keizer en liet Abdal Kadir in de gelegenheid om over den indruk na te denken, dien zijne toespraken hadden te weeg gebragt. Bij Allah! bromde de volgeling van den Profeet tusschen zijne tanden, daar hebben we nu weer wat moois verrigt!

Zoo is het, Sire! antwoordde Abdal Kadir, althans ik heb gemeend dat hij zich daartoe wel eens door geloofsijver kon laten verleiden; maar ik zeg nog volstrekt niet dat het reeds het geval is.

Zoudt gijlieden Mohammedanen, de tegenwoordige beheerschers van het land, uw Allah verloochenend, dan in aanbidding voor zon en sterren willen nederknielen, en misschien.... Bij den baard van den Profeet! begon Abdal Kadir, de hand aan 't gevest van zijn sabel slaand, we zouden.... Bleef het daar nog maar bij, hernam de ander, doch er is nog erger.

Eerst, toen Akbar begon te spreken, vertoonde zich nog steeds op het gelaat van Abdal Kadir dezelfde norsche uitdrukking, die het niet had verlaten gedurende het gansche pijnlijke gesprek; maar langzamerhand begon zij te wijken, en het voor zachter indrukken wel ontvankelijk gemoed van den dweeper, als maar geen godsdienstijver zijn hartstogt wekte, gaf ten laatste zich gewonnen aan de grootmoedige taal van den altijd vergevensgezinden vorst.

Abdal Kadir! sprak wederom de Keizer, toen de ander reeds den voorhang had opgeligt, en bij dien onverwachten uitroep wendde de hooghartige Mohammedaan verwonderd en onwillekeurig het hoofd, laat ons zóó niet scheiden!

Daar, in zijne eigene, voor slechts enkelen toegankelijke vertrekken wachtte inmiddels een man, wiens tegenwoordigheid buiten twijfel aan Abdal Kadir, zoo hij er van geweten had, opnieuw stof zou hebben gegeven tot hevige verontwaardiging, Koelloeka, de Brahmaan.

Abdal Kadir! sprak de onbekende, meer evenwel in zichzelven dan verklarend tot Siddha, en een oogenblik dekte een donkere wolk zijn gelaat. Niettemin ontving hij den inmiddels naderbij gekomene met beleefdheid, hem tevens een wenk gevend waaruit de ander genoeg begreep dat hij onbekend verlangde te blijven.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek