Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 juli 2025


Op het einde van de 13de eeuw voer Marco Polo op zijn terugweg van China langs Makran; maar het is niet zeer waarschijnlijk, dat de groote Venetiaan op eenige plaats de kust heeft aangedaan. In 1839 spreekt een intelligent reiziger Hadji Abdoel Nali van de verschillende beloetsjistansche hoofden, die razzia's houden in Perzië en lachen om de bedreigingen van den gouverneur-generaal van Kirman.

Marco Polo en Ibn Batuta, die in de 13de en 14e eeuw China hebben bezocht, maken er met geen woord gewag van; maar volgens de Chineesche annalen is het gebruik al overoud.

Daardoor werd Dingaan onderricht van al de bewegingen van het kommando, en hij bereidde de Boeren een warme ontvangst. In de namiddag van de 13de April 1838 had het lager de voet van de bergrug bereikt, waarop Dutulu zijn onderhoud met Deliah, enige weken te voren, gehad had. Deze plaats droeg de naam van Italeni.

Op den burcht troonde de heer, die heerschappij voerde over de uitgestrekte wouden en landerijen der omgeving. Al in de 13de eeuw wordt het kasteel, toen aan den Rijn liggend, vermeld. Maar dat oude primitieve kasteel is geheel verdwenen; het gebouwencomplex, dat ons thans zoo aantrekt, is wel oud, maar het dagteekent toch eerst uit veel latere eeuwen.

Er zijn in de tweede helft der 13de eeuw wel reeds lezers, in onzen zin des woords, geweest. Het ligt voor de hand, dat wij die in de eerste plaats onder de geestelijkheid en daarna onder den adel zullen vinden. Zoo zegt MAERLANT'S vriend MARTIJN aan het slot van het strophisch gedicht Van der Drievoudecheide: Als ic dit lese ende spelle Maghic leren, als ic vertelle, Mijn ghelove al bloot.

Van Fontanat afdalende, komt men eerst in de oude stad, beroemd om zijne vestingkerk. Omstreeks de 13de eeuw werd zij tot eene versterking omgebouwd, iets dat men toen meer deed. Een zonderling gezicht zoo'n kerk met schietgaten en kanteelen boven het dak uit.

Bovendien worden gedurende de gansche 13de eeuw eigenhoorigen verheven tot den vrijen dienstmansstand; aan het eind dier eeuw is de groote meerderheid der bevolking vrij geworden.

Tot nog toe hebben wij ons bezig gehouden vooral met de dichtwerken die gedurende de 12de en de 13de eeuw door deze volken zijn voortgebracht; de personen der makers bleven op den achtergrond. Op dien achtergrond moeten zij blijven, omdat, ten minste in het verhaal van de ontwikkeling eener middeleeuwsche literatuur, de persoon des dichters minder gewichtig is dan zijn werk.

MAERLANT en JAN VAN HEELU kennen blijkbaar wel verhalen over Walewein; of zij echter het oog hebben juist op dezen roman ? Met het oog op het gevoel voor het ridderwezen, dat hier vrij sterk is, op het geringe komisch element en op de godsdienstige tint die over het gansche werk, vooral over dat van PENNINC, ligt, zou ik geneigd zijn dezen roman in allen gevalle tot de 13de eeuw, en eer tot de eerste helft daarvan dan tot de tweede te brengen.

Leerdicht, dierfabel en dier-epos, de berijmde novelle, het lied dat waren de wegen in het rijk der literatuur, waarop wij de gemeentenaren in de 13de eeuw hebben aangetroffen. Op die wegen vinden wij hen ook in deze volgende eeuw, doch hoeveel verder zijn zij daarop gevorderd.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek