Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juli 2025
En wat na dit geval noch vorder is geschiet, 1355 En seyd' ick na den eysch den ganschen avont niet.* Maiombe nam het woort, en gaet de man vertellen, Hoe dat de jongelingh quam onder haer gesellen, Hoe dat hy synen staet en vaders huys verliet, Vermits hem syn gemoet tot Pretiose riet.* 1360 Hoe dat hy nevens haer alreede lange dagen Had vorst, en heete son, en alle leet gedragen; En dat dit al gelijck* maer was een kleyn begin, Een preuf* , en ondersoeck van syn getrouwe min; Dat hy geen dertel spel de vrijster mochte vergen, 1365 Noch met ongure jock haer teere sinnen tergen, En dat hy door de lust noyt op en was gevat*, Maer dat hy sigh in als met eer gequeten had.
Ook schijnt er tusschen hem en den Bisschop eene volkomene verzoening tot stand gekomen te zijn: toen hy in 1360 eenige goederen aan de kerk te IJsselsteyn schonk, en de Bisschop dit goedkeurde en bevestigde, noemt deze hem »onzen bloedverwant en Baanderheer."
Het werk van RUYSBROECK is een der hooge toppen in het land onzer literatuur en dus zou het begrijpelijk zijn, indien wij daarmede dit deel van ons werk besloten. Wij hebben echter goede reden het niet te doen, want: meer dan RUYSBROECK is hier. Omstreeks 1360 werd een groot deel van het Oude Testament in de volkstaal te boek gesteld .
Frederik Gaykinga, in den jaare 1360, Abt van Aduard zynde, had, tot nadeel van zyn geslacht, hoewel tot eere, dit klooster met veele goederen begiftigt; doch op zekere voorwaarden, waartoe zyn geslacht altoos gerechtigt zou wezen. Bestaande 't voornaamste hier in, dat die van Gaykinga voor eeuwig zouden hebben alle jaar op St.
VERWIJS geloofde aan twee dichters. Zie zijne Inleiding, p. Deze voorstelling werd door JONCKBLOET bestreden. Ik zou mij eer aan de zijde van J. scharen; doch acht den strijd niet zoo heel gewichtig, omdat in allen gevalle de geest der bewerking doorgaans dezelfde blijft. Zie o.a. RHŶS, Studies, 93, 105 en PETIT DE JULEVILLE a.w. Vgl. vs. 1360 vlgg. Vs. 75 vlgg.
De haven van Vlissingen hield zich het eerst met de haringvangst bezig in lang vervlogen tijden, zoo in de buurt van de 12de eeuw. In 1360 vond een man uit Zeeland, genaamd Willem Beukelszoon, de kunst uit van het haringkaken, dus het bereiden van den haring en het bewaren in zout, waardoor hij een grooten stoot gaf aan de plaatselijke industrie.
Dat deze dichters hunne lezers of hoorders van tijd tot tijd aanspreken met "lieve kindre" of "lieve liede" was dan ook in hun mond alleszins gepast . Op vrijwillige medewerkers aan de volksontwikkeling als deze leerdichters schijnen de priesters weinig gesteld te zijn geweest, even weinig als op den Bijbelvertaler van 1360.
De haven van Vlissingen hield zich het eerst met de haringvangst bezig in lang vervlogen tijden, zoo in de buurt van de 12de eeuw. In 1360 vond een man uit Zeeland, genaamd Willem Beukelszoon, de kunst uit van het haringkaken, dus het bereiden van den haring en het bewaren in zout, waardoor hij een grooten stoot gaf aan de plaatselijke industrie.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek