Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 september 2025


Wettige reden tot oorlog nu is een injuria facta aut non facta. Op de eerste plaats: een geleden onrecht. Het kan hersteld worden of niet hersteld worden, maar wel gestraft. Op de tweede plaats: In juria non facta. Hierop heeft betrekking noodweer en zelfverdediging, deze twee rechten worden nu het eerst besproken. Hoever mag noodweer gaan? Wat verder de volken betreft.

De zaak kan dus waar zijn; en men heeft onrecht een geheel volk tegen te spreken, wanneer er eenige samenstemming in zijne overlevering is met hetgeen van elders getuigd of voor waar en aangenomen is in een tijd dat de geheugenis nog versch was." »Men behoeft enz."

Daarom moeten wij onszelven het onrecht niet doen, ons in eene wereld te begeven, waar wij geen zin, geen medegevoel voor hebben, die ons, aan andere afmetingen gewend en voor andere vormen ingericht, leelijk moet voorkomen.

Er moet poeder zijn voor onze pruiken, daarom hebben zooveel armen geen brood." Duidelijk spreekt uit dergelijke passages de sociale grond van zijn haat tegen de "beschaving." Hij kon zich deze niet anders voorstellen, dan verbonden met klasse-bevoorrechting en maatschappelijk onrecht, daarom vervloekte hij haar. Gelijkheid was hem liever dan kultuur.

Hij zou niet verloren gaan om uwentwil. Wist gij wat recht of wat onrecht was? God alleen wist het en hij had u veroordeeld. Hij had den afgod van uw hart getroffen. Hij had u gevoerd op den grooten weg der boete en der verlossing. Zeg hun, dat ge weet, dat verbergen geen redding brengt. De demonen hebben het duister lief. Laat de handen van uw rechters zich maar om den geesel klemmen.

Doch wel kan ik bewyzen dat zyn omgeving hem voor vergiftigd hield, en dat men dit vermoeden vastknoopte aan zyn zucht om onrecht te-keer te gaan. De kontroleur Verbrugge trad de kamer van Havelaar binnen. Deze vroeg kortaf: Waaraan is m'nheer Slotering gestorven? Dat weet ik niet. Is hy vergiftigd? Dat weet ik niet, maar ... Spreek duidelyk, Verbrugge!

HERTOG. Nog eenmaal zij het openlijk verkondigd; Wanneer een vriend de som voor hem betaalt, Dan sterft hij niet; dit sta ik hem nog toe. ADRIANA. O vorst! mijn recht! bescherm mij voor de abdis! HERTOG. De deugdzame en zoo hoog-eerwaarde vrouw! Onmoog'lijk is 't, dat zij u onrecht deed.

"Wel is waar worden de ontijdig gestorvenen en gewelddadig omgekomenen aangeroepen, op grond van het schijnbaar geloofwaardige argument, dat die zielen, welke een wreed en ontijdig uiteinde door geweld en onrecht aan het leven ontrukte, bij wijze van wedervergelding het meest tot het plegen van geweld en onrecht geneigd zouden zijn.

Daarentegen belooft zij zich als de leenheer voor zijn trouw en gehoorzaamheid, »genadig" voor hem te tonen en hem zijn »beloning" niet te onthouden en hij »klaagt haar aan" wanneer hem onrecht geschiedt of zegt haar zijn dienst op gelijk een vazal dat doet.

Maar het was waar, en dat wist zij. Als Geoffrey haar een sixpence met een gaatje er in had gegeven, zou zij dien hooger gewaardeerd hebben dan alle diamanten op de wereld. O, welk een toestand voor haar! Zij had het recht niet den echtgenoot van een andere vrouw te beminnen. Maar recht of onrecht, het was toch maar de waarheid: zij beminde hem.

Woord Van De Dag

weledl

Anderen Op Zoek