Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
Hij keek om, om te zien wat het voor kinderen waren, maar hij had ze nog geen seconde aangezien, voor hij ze tegemoet vloog, en riep: "Kijk eens hier! Dag Asa, dag Mads!" Want toen de jongen die kinderen zag, vergat hij heelemaal, waar hij was. De kraaien, de brandende hut, de sprekende dieren verdwenen uit zijn herinnering.
Terwijl Ola Serka zoo zat te peinzen, zaten Asa en Aslak, de Laplandsche jongen, die haar den vorigen avond zoo had zitten aankijken, op de plaats voor de tent samen te praten. Aslak was op school geweest en kon Zweedsch spreken. Hij vertelde Asa van 't leven in Sameland, en verzekerde haar, dat de menschen 't daar beter hadden dan ergens anders.
Op het oogenblik dat de Mohammedanen Grudsjerat veroverden, werd aan de overleveringen niet meer de hand gehouden, en er zou vergetelheid gevolgd zijn, als niet een leekenhoofd met name Sjanga Asa was opgetreden, die op het eind der 15de en het begin der 16de eeuw de godsdienstige gevoelens bij zijn geloofsgenooten wist te verlevendigen, gordels en heilige hemden aan de behoeftigen uitdeelde, en weer betrekkingen aanknoopte met de broeders in Perzië; ten slotte liet hij het heilige vuur naar Nausari overbrengen, dat na de inneming van Sanjan naar verschillende plaatsen was vervoerd.
Die kinderen hadden hem vreeselijk met hun Smaland geplaagd. Maar eigenlijk was het niet mooi om te zeggen, dat Asa, het ganzenhoedstertje, hem had geplaagd. Zij was daar veel te verstandig voor. Maar wie hem plagerige antwoorden kon geven, dat was Mads, haar broertje.
"'t Meisje bleef haar heele leven bij den jongen, en verlangde nooit meer terug naar de rivierdalen. En als jij, Asa, hier maar een maand bleef, zou je nooit meer van ons weg kunnen gaan." Met die woorden eindigde Aslak, de Laplandsche jongen, zijn verhaal, en op datzelfde oogenblik nam zijn vader, Ola Serka, de pijp uit den mond, en stond op.
"Dat kan ik niet helpen," zei kleine Mads. "Ik vertel maar na, wat anderen eerst hebben gezegd." "En ik heb veel menschen hooren zeggen, dat er geen mooier kustland is dan Tjust. Denk aan de baaien en de eilanden, aan de heerenhoeven en de bosschen," zei Asa. "Ja, dat is wel waar," gaf kleine Mads toe.
Hier was het zeker niets ongewoons, dat ieder deed, zooals hij goed vond. Asa had goed gezien. Het gelukte haar, na eenige moeilijkheden, den kleinen Mads, met alle eerbewijzen te laten begraven. De begrafenis was voorbij. Alle gasten waren vertrokken, en Asa was alleen in de kleine hut, die aan haar Vader toebehoorde. Ze had de deur gesloten, om ongestoord aan haar broer te kunnen denken.
Het eerste, waar hij zijn geld voor gebruiken zou, was een nieuw huisje op de hei van Sunnerbo te bouwen voor Asa, het ganzenhoedstertje en kleine Mads. Veel grooter en mooier dan het oude natuurlijk. En dan zou hij 't heele Takermeer koopen, en dat aan de eenden geven. En dan zou hij... "Nu moet ik zeggen, dat je flink hebt gewerkt," zei de raaf. "Ik geloof, dat het gat al groot genoeg is."
Terwijl hij sprak, kwam Asa zoo langzamerhand tot haar volle bewustheid, en toen hij zweeg, was ze volkomen wakker. En toen schrikte ze er zóó van, dat ze daar stond te praten met iemand, die in een heel andere wereld thuishoorde dan zij, dat ze hem niet kon danken of iets anders tegen hem zeggen, maar naar binnen vloog en de deur hard toesloeg.
Ik ben bang, dat het beetje, wat hier groeien kan, nog bevriest." Daar had de heilige Petrus natuurlijk niet aan gedacht. "Ja hier wordt het mager en koud land," zei onze lieve Heer, "daar is niets aan te doen." Toen kleine Mads zoover gekomen was met zijn verhaal, viel Asa, het ganzenhoedstertje hem in de rede.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek