Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juli 2025
Een eenden-driehoek keerde hoog in de lucht terug uit de warme landen! En ineens sprongen overal, in stad, dorp en begijnenhof, de paaschklokken los en galmden en jubelden over de wereld der Verrijzenis van God en van het leven! Christus is opgestaan! De klokken kwamen van Rome terug, en ze zwierden een regen van eieren over de wereld.
Mijn oogen priemden in 't verschiet tusschen de villa's en de boomen heen; en eensklaps zag ik hem: ik zag hem glanzend hangen in de verte, zoo heerlijk rond en groot en rood vlak naast het hotelletje; en meteen zag ik den schoongeveegden vijver en op den vijver een bonte krioeling van menschen, die daar heen en weer en door elkander zwierden! Mijn hart ging op; mijn hart ging open!
Zou hij haar =die= voldoening nog gunnen?.... Hij zag de deernen aan, die er zwierden langs het trottoir: en hij zag dat er mooie onder waren even mooi haast als Mary! Al dolende, onverschillig waarheen, belandde hij in den omtrek van de St. Laurens-kerk bij een gebouw, waaruit het tjingelen van eene piano en eene gillende vrouwestem naar buiten drongen.
Donderdag 13 November zijn we dan weer naar Heidelberg vertrokken. Ds. en Mevr. Teerink deden ons weer uitgeleide aan 't station. Het weer was zeer onstuimig. Grauwe, regenzwangere wolken zwierden langs het zwerk, en zagen dreigend op ons neer. Was 't buiten somber, van binnen scheen de zon van Gods vriendelijke gunst.
Toen we de gevaarlijke rivier op- en afzwalkten, terwijl het harsige dennenhout vlamde en knetterde en de zwarte schaduwen om ons heensprongen, schoten er twee houtsnippen aan den oever op en zwierden als dollen om de kano.
De volle maan was opgegaan en goot haar zacht en liefelijk licht uit over de Lybische heuvelrijen in het westen, welker omtrekken zich slechts flauw tegen den wolkloozen hemel afteekenden. Op den effen waterspiegel dreven blauwe en witte lotusbloemen. Vledermuizen van verschillende soorten zwierden en fladderden door de stille, van den geur der acacia's en jasmijnbloesems vervulde nachtlucht.
Dat was 'n strekken van zijn Don Quichotte-gestalte, hoog en hooger naar zijn steigerende verbeeldingen op, die steeds weidscher om zwierden in de aristocratische kringen van "die alderhoogste wèreld", boven mijn toch ook maar simpele burgerlijkheid uit.
Het jonge paar was schoon; schooner waren er in de geheele streek sedert lang geene jongelieden verbonden: donkergele lokken hingen den jongeling over de breede schouders, en zwierden op het lange vuurroode kamizool en de witte hemdsmouwen, die er uit te voorschijn kwamen; eene korte broek van groene saaiachtige stof, een paar lichtgrijze kousen, en schoenen met hooge hakken en roodkleurige linten op den voet, maakten het overige van zijn kostuum uit.
Daar knakten de takken der boomen, En zeiden de stammen vaarwel, En zwierden als dansende spoken, En speelden een wonderlyk spel. Daar vlogen de pannen der daken, En namen hun deel aan het feest. De schoorsteenen bogen deemoedig, Als waren zy hoflui geweest. De molens vergaten het malen, En noodden de boomen ten dans, En walsten met hunne beminden Op hun muren en wallen en schans.
Maar eindelijk viel Anna met een schok terug in zijn arm. "Ik kan niet meer," zei ze, lachend, licht hijgend, en ze vielen neer op een paar stoelen in een hoek van de zaal. Anna wuifde hun beiden koelte toe met haar waaier. Daar kwamen Mimi en André aan. Ze dansten goed, ze dansten heel goed samen, alleen ze hield haar bovenlijf wat te veel voorover, bijna raakte haar wang André's schouder. Hun voorbij walsten ze, draaiend, ruischend. En onophoudelijk zwierden andere paren aan, de heele zaal was in walsgolving, de muziek walste door de zaal, 't was
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek