Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juli 2025
"Heeft hij ze niet uit hunne woning gerukt?" "Inderdaad, de heer proost heeft het mij gezegd; maar Disdir Vos is aan het hoofd van wapenknechten in sher Wulfs Steen gekomen. Hij handelde dus op bevel van mher Gervaas Van Praet. Acht gij dezen ridder bekwaam om vrouwen te laten mishandelen? Neen, niet waar? Gij kent hem genoeg om te weten dat hij het Disdir Vos evenmin zou toelaten?
Al gaande overwoog hij eerst wat Disdir hem had gezegd, doch even ras keerden zijne gedachten op zijn eigen lot en op het verlies van alle levenshoop voor hem zelven. Weder werd hij treurig, bovenal toen hij voorbij sher Wulfs Steen moest en het hoofd afkeerde om het gevaar te voorkomen van Dakerlia's blik te ontmoeten.
"Houd u sterk, Witta", zeide Robrecht met eene stemme die door den angst was verdoofd. "Ga naar sher Wulfs Steen, verneem wat daar geschiedt, opdat gij ten minste van de onrust wordet verlost. Ik ga op mijne kamer; ik heb eenzaamheid noodig. Men store mij niet, ik smeek u, zuster lief." De smart overwon hem plotseling; hij sloeg de handen voor de oogen en verliet met haast de zaal.
Disdir Vos leidde hen door de St-Jansstraat, om de nabijheid van den burg te ontwijken, en bracht hen zoo voor sher Wulfs Steen. Hier klopte hij op de poort en riep dat men zou openen.
Zij is schrikkelijk vermagerd en vervallen. Het mag niet lang zoo voortduren, of de gevoelige jonkvrouw wordt zelve erg ziek." Eene lichte spotgrijns trok Disdirs lippen te zamen. "Robrecht Sneloghe was zeker in sher Wulfs Steen, toen gij er kwaamt?" vroeg hij. "Inderdaad, het is niet verwonderlijk." "En hij houdt zich veel meer bezig met Dakerlia dan met haren ongelukkigen vader?
Zij is zoo uiterst gevoelig." "Gij verschrikt mij! inderdaad ..." "Laat mij alleen tot haar gaan", zeide Witta. "Ik zal het haar voorzichtig bekend maken. Eenige woorden zijn genoeg om haar te behoeden voor eene plotselijke ontsteltenis. Kom gij dan straks." "Ga, ga, zuster, uw raad is wijs en goed; maar haast u toch, ik smeek u!" Het meisje begaf zich naar sher Wulfs Steen.
Terwijl hij eenige klaarte in zijnen geest poogde op te roepen en zijne krachten tot het vervullen der pijnlijke taak verzamelde, was de treurige stoet dwars door de menigte in de Hoogstraat geraakt. Eeeds zag men in de verte den toren van sher Wulfs Steen, toen voor het hoofd van den stoet de volksschaar eensklaps vlottend bewoog, als week zij terug voor eenen onverwachten drang.
Reeds moest de draagbaar sher Wulfs Steen bereikt hebben, vooraleer de lieden, die men uitgezonden had, met koud water en edik terugkeerden. Nauwelijks had men Dakerlia's voorhoofd en wangen bevochtigd, of zij opende de oogen, staarde eene wijl als zinneloos op degenen die haar omringden, sprong dan recht en zocht de draagbaar met den blik. "Mijn vader, mijn arme vader!" kreet zij. "Dood, o God!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek