United States or Azerbaijan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij waren eerst aan het begin van den zesden rondgang. Voort vlogen zij. Toen zij den tweeden paal naderden stuurde Ben-Hur zijn wagen vlak achter dien van Messala. De vreugde der Romeinen kende geen mate. Zij schreeuwden, zij schaterden, zij wuifden met hunne roodgouden sjerpen. Sanballat had druk werk om hunne weddenschappen op te schrijven.

Het waren geen vertrouwelijke boomen, met takken hier en daar laag aan de stammen, waar de wind onder fluisterde, en die bescherming wuifden. Ze waren recht, steil als orgelpijpen, en stonden haast alle op gelijken afstand van elkaar.

Zij wuifden, lachten terug; de dominus drong ze vooruit. De caterva was reeds een eind voort geslenterd; ja, de tweelingen bleven altijd de lievelingen. Wat wil je, ; er waren er

Weer vielen fanfares in toen na handdrukken zonder feestlijken wijn zóó hoog werd het moeilijk kurken te doen ploffen begon de daling naar den beganen grond. O, de vreugde bij de eerste stappen, op 't grintpad, terwijl de politie salueerde, de vaandels bogen, de muziek fanfaarde, de menschen met hoeden en zakdoeken wuifden. Voetstaps, in de landouwers, ging het dorpwaarts.

Op den rand van haar bed zat zij met een dankbaar en verruimd hart naar de zee te kijken en naar de schaduwen op de lichtroode rotsen, waarop de gouden brembloesems wuifden. "Heerlijk, heerlijk!" fluisterde zij een paar malen. "Wat zal ik nu mijn best gaan doen!" Het was of de zon nog nooit zóó mooi had geschenen als den volgenden dag, toen Dr. Hearty en zij naar Dawlish toe wandelden.

Terwijl de trompetten weergalmden, de herauten de stem verhieven, om den dapperen eer en den overwinnaar roem toe te zwaaien, terwijl de dames met zijden doeken en geborduurde sluiers wuifden, en alle toeschouwers een luidruchtig vreugdegejuich verhieven, geleidden de maarschalken den Onterfden Ridder dwars door het strijdperk naar den eeretroon, dien Rowena bezette.

De als verwelkende oogleden openden zich.... Cecilianus, zei Martialis. Ik ga den Keizer vragen.... Wat, heer? vroeg de knaap mat. Of Cecilius terug mag komen. De knaap gaf een snik van geluk. Hij greep Martialis de handen. O, Martialis!! riep hij, vergetende zijn eerbied. De dichter steeg in. De vrienden, in den tuin, wuifden hem afscheid.

Zij bespeurden in de schaduw van een balcon eenige donkere silhouetten, die zakdoeken schenen te zwaaien, en zij wuifden allen terug, verheugd over dien groet van thuis, terwijl Etienne hoera schreeuwde. Dat is nu hèt kijkje, sprak Théodore, en drukte op het lidwoord. Maar kom, vooruit nu, anders komen we nooit aan den dikken boom.