United States or Tunisia ? Vote for the TOP Country of the Week !


't Waren wonderlijke rozen, wier naam niemand kende en die uit vreemde landen naar Ekeby waren gekomen. Daar waren gele rozen, in wier aderen het bloed rood was als dat van een mensch, en roomkleurige met donzen randen, en lichtroode met groote bladeren, die buiten aan den rand kleurloos werden als water, en donkerroode met zwarte schaduwen.

Gewoonlijk ziet men het Fret in Europa alleen als "Kakkerlak" of Albino, d. w. z. witachtig geel, van onderen iets donkerder van kleur en met lichtroode oogen. Slechts weinige exemplaren hebben een donkerder en daardoor een echt Bunzingachtig voorkomen.

Dientengevolge zijn er slechts enkele plekken, waar de lichtroode grond eene scherpe tegenstelling vormt met het algemeen bekleedsel van groen. Van de zoomen der vlakten heeft men vergezichten hetzij op den oceaan, hetzij op de groote Baai met hare laag begroeide stranden, en waarop talrijke booten en kano's hare witte zeilen vertoonen.

Op den rand van haar bed zat zij met een dankbaar en verruimd hart naar de zee te kijken en naar de schaduwen op de lichtroode rotsen, waarop de gouden brembloesems wuifden. "Heerlijk, heerlijk!" fluisterde zij een paar malen. "Wat zal ik nu mijn best gaan doen!" Het was of de zon nog nooit zóó mooi had geschenen als den volgenden dag, toen Dr. Hearty en zij naar Dawlish toe wandelden.

Geel of roodachtig geel en zwart zijn de kleuren, die bij hen de overhand hebben; er zijn echter ook grootendeels zwarte, roode, muschachtig grijze en witachtige Wevers. Gewoonlijk is de kop, of althans het aangezicht, donker van kleur; de rug is meestal groenachtig of roodachtig geel, terwijl de onderdeelen een zuiver gele, lichtroode of donkerroode kleur hebben.

Het Kneutje vertoeft bij ons in den regel van April tot October en verhuist dan naar de minder koude streken van Europa, waar het gedurende den winter rondzwerft. Reeds in April begint het zijn nest te bouwen; gedurende den zomer broedt het minstens twee-, gewoonlijk echter driemaal. Het nest vindt men op allerlei struiken, vooral doornstruiken, ook somtijds op boomen, maar zelden boven manshoogte. De buitenste laag bestaat uit rijsjes, worteltjes en grashalmen, heide en dergelijke materialen; bij 't voortzetten van den arbeid worden deze bouwstoffen steeds fijner gekozen, waardoor als 't ware een tweede laag in den wand van het nest ontstaat. De nestholte wordt van binnen bekleed met wol van dieren en planten, vooral echter met paardenhaar. De eieren 4 of 5 in getal, zijn op blauwachtig witten grond met verspreide lichtroode, donkerroode en kaneelbruine stippels en streepjes geteekend. Zij worden uitsluitend door het wijfje uitgebroed; de jongen, die na verloop van 13

Personen, die een vulkanisch eiland hebben gezien, dat in een droog klimaat gelegen is, zullen zich den aanblik van Ascension terstond kunnen voorstellen. In hunne verbeelding zullen zij dan gladde kegelvormige bergen zien van een lichtroode kleur, met meestal afgeknotte toppen, die, onderling gescheiden, zich uit een horizontaal oppervlak van ruwe zwarte lava verheffen.

Maar daar floot een merel in den knottigen kastanjeboom, en vloog toen naar de vest. De vesteboomen waren bruin van de botten en hongen vol musschengeschetter. In den hof stonden de perelaars in bleeke knop, die elken dag kon openbreken; de pruimeboomekens lieten al wat roze zien, de perzikeboomen pronkten in lichtroode, weelderige bloem.

Het aantal eieren wisselt in de meeste gevallen af van 7 tot 9, maar kan tot 12 klimmen. Deze zijn betrekkelijk groot, van een fraaien eivorm, met stevige, fijnkorrelige, gladde, glanzige schaal, die op geelachtigen of groenachtig witten grond met fijne geelachtig roode of lichtroode, roodbruine en aschkleurig blauwe vlekken meer of minder overvloedig bezaaid is.

O, welk een geur was er in zijn kamers, en hoe helder en mooi waren de muren! Dit waren immers de lichtroode rozebladeren. Den heelen dag verheugde hij zich in den warmen zonneschijn, vloog van de eene bloem op de andere, danste op de vleugelen van de vliegende kapel en mat, hoeveel stappen hij te doen had, om langs alle wegen en paden te loopen, die er op een enkel lindeblad zijn.