Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 oktober 2025
Terug in het strijdperk. Terwijl Luther rustig aan zijn gewichtig vertaalwerk bezig was, kwamen hem berichten ter oore, die hem een langer verblijf op den Wartburg onmogelijk maakten. Hij had al eens, heel in 't geheim, een snoepreisje van enkele dagen naar Wittenberg gemaakt, om met de vrienden te spreken over het optreden van Dr. Carlstadt, een van de leeraren aan de Wittenberger hoogeschool.
Eén daarvan luidde, dat al wie zegt, dat de ziel niet uit het vagevuur vliegt, als het geld op den bodem van de geldkist klinkt, in dwaling verkeert. Te Frankfort aan de Oder, waar hij met zijn aflaatkraam heengetrokken was, 't begon hem zoo dicht bij Wittenberg te benauwd te worden, liet hij op een openbare wandelplaats een preekstoel en een houtmijt oprichten.
Luther ging nu niet meer naar zijn schuilplaats terug. Hij bleef in Wittenberg, trots pauselijken en keizerlijken ban, en vatte er vol moed al zijn werkzaamheden weer op; zijn onderwijs aan de hoogeschool, zijn prediking 's Zondags en in de week, het schrijven van boeken; en bij dit alles werkte hij, geholpen door Melanchton, met onvermoeiden ijver aan zijn Bijbelvertaling voort.
De andere vrienden waren bij Eisenach van hem afgegaan en naar Wittenberg teruggekeerd. De weg leidde door het Thuringerwoud, en alles bleef rustig tot ze in een hollen weg kwamen, dicht bij het kasteel Altenstein. Daar zien ze zich plotseling overvallen door vijf vermomde, zwaar gewapende ruiters, die uit de struiken te voorschijn springen en den wagen omsingelen.
Er waren namelijk uit Zwickau, onder aanvoering van zekeren Thomas Munzer, eenige dweepzieke mannen naar Wittenberg gekomen, die zich van God gezonden profeten noemden, maar door hun daden toonden, dat ze heelemaal niet handelden naar den wil van God. Ook zij wilden, door het afschaffen van al de bestaande gebruiken, een algeheele omwenteling in de Kerk teweeg brengen.
Tot zijn vrienden zei hij: »Ik heb een heilige naar den Hemel gezonden.« Het lieve kind had haar ouders nooit het minste verdriet gedaan. Behalve zijn eigen kinderen had Luther gewoonlijk nog meer jong volkje in huis, kostjongens, die te Wittenberg studeerden; waaronder ook een zoon van zijn vroegere weldoenster, mevrouw Cotta, uit Eisenach.
Met zulk een moed in het hart en het oog op God aanvaardde Luther den 2den April de reis, onder de tranen en gebeden van heel Wittenberg. De stadsraad had hem daarvoor een rijtuig geschonken; een kleinen, heel eenvoudigen wagen op lage wielen, zooals die toen in Saksen in gebruik waren, met een linnen kap, die op en neer kon.
Gedekt door de drie korpsen, welke Eugène voor Maagdenburg had staan en achter deze om, wilde hij bij Havelberg ten zuiden van Wittenberg onverhoeds de Elbe passeeren, zijn geheele macht naar Stettin voeren, op deze wijze vóór zijn tegenpartij de Oder bereiken en dan met geforceerde marschen oprukken tot ontzet van Dantzig, waar Rapp door de Russen nog altoos was ingesloten.
Daar, vóór het altaar, werd het neergezet en door Justus Jonas een gedachtenisrede gehouden. Den volgenden middag stond er opnieuw een onafzienbare menigte op de straat saamgepakt of zag aan ramen en van daken toe, terwijl de stoet gevormd werd, die den doode, op verlangen van den keurvorst, naar Wittenberg zou overbrengen.
Volgens Geszner werden zij eertijds in de delta van de Po gevonden. Tegenwoordig vindt men hem in Duitschland nog aan de Elbe; nu en dan treft men hem aan in het deel der rivier, dat ongeveer begrensd wordt aan de eene zijde door Wartenburg boven Wittenberg en aan de andere door Maagdenburg.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek