Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
"Verbeeld je maar niet, dat we er iets om geven hoe je het hebt," zei de aanvoerder; maar nu kwam de grootste kraai, een slordige, grove, die een witte veer in den vleugel had, naar voren en zei: "'t Zou toch voor ons allemaal beter zijn, Windsnel, als Duimelot in zijn geheel overkwam, dan dat hij stuk ging, en daarom wil ik probeeren hem op mijn rug te dragen."
Maar zóó wou de jongen zich niet door een kraai laten behandelen. Hij rukte zich snel los, sprong een paar pas achteruit, trok zijn mes uit den gordel, en hield dat voor zich uit. "Pas op, jij!" riep hij Windsnel toe. Maar die was zoo verbitterd, dat hij het gevaar niet telde.
"Als je dat kunt, Haspel, heb ik er niets tegen," zei Windsnel; "maar laat hem niet vallen." Hiermeê was al veel gewonnen, en de jongen voelde zich weer recht in zijn schik. "'t Is niet noodig, dat ik den moed verlies, omdat ik door de kraaien ben meêgenomen," dacht hij. "Met die stakkers zal ik 't wel vinden." De kraaien vlogen steeds naar het zuidwesten over Smaland.
Toen Windsnel en de kraaien dat hoorden, werden ze zóó boos, dat ze van plan waren op den jongen aan te vliegen om hem te verscheuren. Maar Haspel kraste en schreeuwde, en ging voor hem staan. "Neen, neen, neen!" riep hij, en zag er doodverschrikt uit. "Wat meen je wel, dat Windkara zeggen zal, als jelui Duimelot verscheurt, vóór hij ons het zilvergeld bezorgd heeft?"
Het geluid werd al sterker de slapende kaffer werd er van wakker en wreef zich verbaasd de oogen. Maar Eliëzer sprong op, want hij zag thans een zwart monster windsnel naderen in vuur en rook, en de oogen van het monster fonkelden als van een reusachtig roofdier.
Zelfs verzweeg hij de zaak zorgvuldig en had daar zijn goede redenen voor. Windsnel en Kara behandelden hem altijd goed overdag, en als de anderen er bij waren, maar in een heel donkeren nacht, toen de kameraden al op hun nachtverblijf in de boomen waren, was hij door een paar kraaien aangevallen en bijna vermoord.
Windsnel vloog zelf weg met vijftig kraaien, en zei, dat hij gauw terug wezen zou. Maar de eene dag na den anderen ging voorbij, zonder dat de kraaien op 't kraaienveld een glimp van hen te zien kregen. De wilde ganzen waren wakker bij 't eerste krieken van den dag, om te probeeren wat eten te krijgen, eer zij de reis naar Oostgothland begonnen.
"Wie hebben jelui gekozen?" vroeg de jongen. "Wij hebben Garm Witteveer gekozen, die vroeger Haspel heette," antwoordde hij, en rekte zich uit, zoodat hij er heel majestueus uitzag. "Dat was een goede keus," zei de jongen, en feliciteerde hem. "Ja, je mag me wel feliciteeren," zei Garm, en begon den jongen te vertellen, hoe akelig hij het vroeger met Windsnel en Kara had gehad.
Ze zocht haar, maar vond ze niet. Kun je raden, Langsnavel, wie haar en de eieren vond?" "Ik geloof wel, dat ik het raden kan, Windsnel, maar nu je daarover spreekt, zal ik iets dergelijks vertellen. Herinner je je die groote zwarte kat wel, uit de pastorie van Hinneryd? Zij was ontevreden met haar volk, omdat die haar al haar pasgeboren jongen afnamen en die verdronken.
Onmiddellijk daarna zette Haspel Niels Holgersson neer in een zandkuil. De jongen liet zich op den grond vallen, en bleef liggen, alsof hij doodaf van vermoeidheid was. Er vlogen zóóveel kraaien om hem heen, dat de lucht bruiste als door een storm, maar hij keek niet op. "Duimelot," zei Windsnel, "sta nu op! Je moet ons helpen met iets, wat je heel gemakkelijk doen kunt."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek