United States or Vatican City ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar die viel vlak voor den jongen neer, en hij pakte hem gauw, en at ervan, tot hij genoeg had. Toen de kraaien gegeten hadden, begonnen zij te praten. "Waar denk je aan, Windsnel? Je bent zoo stil vandaag," zei een van hen tot den aanvoerder.

Als alles was gegaan, zooals het behoorde, had hij zelfs aanvoerder van den heelen troep moeten zijn, omdat die waardigheid sinds onheuglijke tijden aan den oudste van de Witteveeren was opgedragen; maar lang vóór Haspel werd geboren, was de heerschappij uit zijn geslacht aan een ander overgegaan en nu in handen van een wreede en wilde kraai, die Windsnel heette.

"Als je lust hebt ons een dienst te bewijzen," zei Windsnel, "zullen we geen "neen" zeggen." Op 't zelfde oogenblik vlogen hij en de anderen op uit den kuil. De vos sprong er in, op hun plaats, beet in den pot, en trok aan het deksel, maar hij kon het ook niet open krijgen. "Kun jij er achter komen, wat daarin zit?" vroeg Windsnel. De vos rolde den pot heen en weer, en luisterde opmerkzaam.

Toen kwam Haspel op den hoofdman toe met een tak van een doornstruik, waar een paar rozebottels aan zaten. "Dat is voor jou, Windsnel," zei hij. "Dat is lekker eten, dat goed voor je is." Windsnel blies verachtelijk. "Meen je, dat ik dorre, oude rozebottels eten wil?" zei hij. "Ik dacht, dat je er blij meê wezen zou," zei Haspel mismoedig, en gooide den tak met rozebottels weg.

Enkelen, die heel wijs waren, zeiden nu en dan, dat het misschien een geluk voor Haspel was, dat hij zoo'n onbeholpen stakker was, anders zouden Windsnel en Kara hem niet bij den troep hebben laten blijven, omdat hij tot het oude hoofdmansgeslacht behoorde. Nu waren ze heel vriendelijk voor hem, en namen hem graag meê op hun jachtpartijen.