United States or Cabo Verde ? Vote for the TOP Country of the Week !


Suikerpeer, kijkend voor wie de portie was, deelde de staarten en koppen van de harde bokkings aan de kindren, de middenbrokken aan de grooten. Voor wie 't wou hebben, roosterde-die 'n stuk in 't open gat van de kachel, wijkend als de vlam door 't druipend vet laaide. 't Doorstonk de heele kamer, niemand had 'r hinder van. 't Werd een stilte van slurpen, happen en vorkengetik.

Ze zou verder wandelen, vragen, net zoolang tot ze gevonden had. Ze liep rechtuit de Weesperstraat in, rondkijkend, beduusd door zooveel menschen. Zachtjes-an sukkelde ze over de stoep, voor elkeen opzij wijkend, iedereen aankijkend of 't soms Willem zou zijn. Dan stond ze weer stil, vragend: "Weet u hier soms een Willem de Boer?" Maar niemand wist 't.

Toen ik den steenweg bereikte en op de plaats kwam, waar wij allereerst stormenderhand den IJzerberg hadden beklommen, was de veldslag verloren en het grootste gedeelte onzes legers in volle vlucht. Nog één of twee regimenten, streden wijkend boven den berg.

Verslaafd aan de koffie en verre van schoon; sprekende, verstandige, wat kwijnende trekken en verflenste huid; rijk lichtbruin haar, heldere oogen en wijkend voorhoofd; een nog slanke gestalte, die door verfijnde aan vormen en stemmingen zich passende kleedkunst zeer tot haar recht kwam.

Zij heft een lied aan, en de andere danseressen antwoorden, nu eens op haar toe tredend, dan met sierlijke bewegingen achteruit wijkend. Zoo doen zij een muziek hooren, die ver van harmonieus is, en waar iemand, die ze voor 't eerst hoort, bijna doof van zou worden.

De landlieden, die wij ontmoeten, zijn rijzig van gestalte; zij hebben een langen, eenigszins platten neus, een wijkend voorhoofd, kleine oogen en een beenig gelaat. De vrouwen zijn groot en sterk gebouwd, maar niet bevallig, ondanks haar blauwe oogen en blonde haren.

De verschoten hemel was wijkend alom met zijn bloei van kwijnende starren; hier en daar dreven trage dampen over de bergtoppen, waarvan er sommige reeds in dauwig morgenlicht schenen. Tamalone zette zich aan het werk om vuur te maken en terwijl hij op zijn knieën over een stapeltje hout boog ontwaarde hij Mevena, die geruischloos bij hem stond. Zij glimlachte toen hij haar aankeek, en knikte.

Zij heft een lied aan, en de andere danseressen antwoorden, nu eens op haar toe tredend, dan met sierlijke bewegingen achteruit wijkend. Zoo doen zij een muziek hooren, die ver van harmonieus is, en waar iemand, die ze voor 't eerst hoort, bijna doof van zou worden.