Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 31 mei 2025


De wellustig opgetrokken mondhoeken, als die der antieke afbeeldingen van Erigone, schenen tot onbeschroomdheid aan te moedigen en uit te dagen; maar haar lange oogwimpers wierpen een bescheiden schaduw over het ondergedeelte van haar gezicht, als om tot ernst te vermanen. Haar geheele kleeding en opschik had iets vroolijks, zwierigs.

Hier wellustig de hellingen omarmend der bergen, wier rotsachtige krijtwanden en dichte boomgroepen zij in haar kristallen wateren weerspiegelen; elders zich een weg banende door de trillende treurwilligen, waaronder de azuren insekten zweven en dansen; overal ziet gij ze, tallooze slingeringen beschrijvende, zich verliezende in het malsche groen der weiden, om dan weer nieuwsgierig voort te dartelen langs den grooten weg, in zijn bochtigen gang vaak niet minder grillig dan zij zelven.

LUCIUS. Spreek, wat gij weet; ik zeg, uw kind blijft leven. AARON. Neen, zweer het eerst; terstond begin ik dan. LUCIUS. Waarbij? voor u, die aan geen god gelooft? Is dit zoo, kunt gij dan een eed gelooven? LUCIUS. Ik zweer u bij mijn god, dat ik dit doe. AARON. Weet eerst, ik won hem bij de keizerin. LUCIUS. O onverzaad'lijk geil, wellustig wijf!

Somtijds echter kwam er een denkbeeld bij hem op van verwondering over de vreemde gemoedsgesteldheid, waarin hij zich bevond, en vroeg hij zich af, hoe hij er toch op eens toe kwam, om op deze wijze de dolende Ridders na te volgen, van wier liefdegepeinzen in de schaduw van 't geboomte hij meer dan eens de meistreels had hooren zingen; en niettegenstaande hij dan een oogenblik over zijne dwaasheid lachte, was hij toch niet in staat, zich aan de zoete begoocheling, die hem bevangen had, te onttrekken, en Italiaan genoeg om een wellustig genot in dat dolce far niente te scheppen.

Hare eigen woorden met dien anderen klank, troffen haar ongemeen. Ze rilde, neep vluggelings hare oogen dicht, dan, mijmerend, snokte de anjelieren los uit hunnen band van purperen klokjes. Ze bad fluisterend: Ik ben moe. Ga heen.... Tot op den rand van de tafel trok ze de lauwe kelken uit, vingerde wellustig in dat harde rood, wondde met hare onrustige nagels de weerlooze petalen.

Maar 't Licht, 't Gezicht der Blinden, die 't al sticht, Bekleedt met vreed' een spruit wiens TROUW MOET BLIJKEN , Wiens plicht opricht elks Heil, met Liefdes schicht, Bestreed het wreed' geslacht, 's vijands praktijken: D' Ootmoed hem voedt, in Davids stad onrustig: Een kroon, zeer schoon, hij biedt, van God gewracht: Doet boet, met spoed, voor deez' Ziel-Rust wellustig: Gods Zoon, tot loon, 't Leven uit Sion bracht.

Maar in de orchestra, tusschen de ridderbanken, ontsprongen lichte fonteintjes sprenkelende saffraangeur; de Senatoren doopten er hunne oraria in zakdoeken en wischten de voorhoofden zich. Voor het Keizerinne-tribunaal ontsprongen fijne fonteintjes van rozegeur. .... ....! snoof de cavea op, met wellustig gespalkte neusgaten. Hm.... bromde het ergens, en toen: Hi-ha....

Toen dronk hij traagzaam en ging languit achterover liggen in het fluweelen leunings-zwart. Hij bracht geluideloos zijne handen saam over een klein wit voorwerp en vingerde er langs, lijze en wellustig, en hij voelde de avond vorderen rondom hem. Het was een ivoren aapje. Hij had het uit zijn vestzak genomen, waar het altijd verscholen zat.

En alles baadde zich in luister, En alles dronk het vier der min Van zon en zee wellustig in; De tijger lekte in het scheem'rig duister Van 't roode hol zijn bronstig lief, Terwijl zich de olifant verhief, Om, met van drift gewiekte voeten, Zijn gemalinne in 't bosch te ontmoeten, Dat louter liefdespelen zag In 't uur des echts van nacht en dag.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek