Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 oktober 2025
Mary nam den ketel mede naar den waterput, en spoedig terugkomende plaatste zij hem op de kachel, waar hij spoedig stond te borrelen en te dampen als een wierookvat in den tempel der gastvrijheid. Weldra werden ook de perziken, op eenige zacht gefluisterde woorden van Rachel, door dezelfde hand in eene aarden pan gedaan en op het vuur gezet.
Op het kerkhof trekt een klein monumentje de aandacht: een achthoekig gebouwtje, door ronde zuiltjes omgeven, die een Gothiek gewelf met het jaartal 1551 dragen, gedekt door een leien dakje. Het heet een fontein, doch is eigenlijk een waterput, zooals wij het noemen.
Zonder dralen sleepte hij daarop de stukken zijner wapenrusting naar buiten, legde die op den trog voor den waterput en begon toen, met het schild aan den arm, de lans in de vuist, met de grootst mogelijke deftigheid en waardigheid daarvoor op en neer te stappen.
Bij het vallen van den avond vertoont zich aan den horizon, scherp uitkomend tegen den oranjekleurigen hemel, een groot steenen gebouw: dat is de prachtige karavanserai van Biroenoes, aldus genoemd naar een waterput halverwege tusschen Bagdad en Hillah.
Niet ver van den ingang bevindt zich een soort van esplanade, door een dicht gewelf van takken en bladeren overdekt. Onder dien beschermenden lommer schuilt een waterput, die door den Zendeh-Roed wordt gevoed. Het water wordt opgevoerd door een groot rad, dat knarsend en krakend om zijn as wentelt, en telkens de gevulde emmertjes uitstort in de besproeiingsriolen.
Hij wilde altijd het beste van iedere zaak hebben, en als dit volstrekt niet ging, dan nam hij het door tooverij. Daar zit hij nu op zekeren dag en houdt zijn vergrootglas voor de oogen en bekijkt een waterdroppel, die uit een waterput genomen was. Maar wat kriebelde en krabbelde het daarin! Al de duizenden kleine diertjes huppelden en sprongen, verscheurden en verslonden elkaar.
De Stad Cayenne maakt een zoort van onregelmatigen zeshoek, door muuren omringd, benevens vyf bolwerken, eenige halve maanen, en een gracht. In deezen omtrek, en op eene hoogte aan den oever der zee, is gelegen een Fort, voorheen genaamd het Fort Louis de Cayenne, het welk de Stad en Haven bestrykt: in het zelve is een kruidmagazijn en een waterput.
Het groote Paradeplein, in het midden der stad, is vierkant, en heeft eene oppervlakte van dertienduizend-vierhonderd-zes-en-vijftig vierkante ellen; het plein is omringd door eene driedubbele rij van lindeboomen, waarvan sommigen nog sporen van kogels vertoonen. Aan iederen hoek bevindt een diepe waterput; onder de boomen zijn van afstand tot afstand banken geplaatst.
Daar was een waterput. Als je er op ging staan, kon je over de schuttingen kijken. Ik deed het. Wát een ruimte! En hoor die vogels! Misschien kon je ze lokken en kwamen ze ook hier in den tuin. Dan was je heelemaal buiten. Wanneer ik nú ons tuintje zag en daar mijn buitengenietingen moest maken, zou ik me zeker erg mistroostig voelen. Ik ben nu, helaas, zooveel beter gewoon. Maar toen?
Vandaar dat de gebogen en gescheurde rijen nu duidelijk te zien waren. Op een plaats was een houten waterput; deze was, vrij wel zonder beschadiging, over bijna 1 1/2 meter bergafwaarts verplaatst. Dit was het punt van de grootste verschuiving en hier waren de rijen midden door gebroken en was het eene deel naast de breukplaats sterker verschoven dan het andere.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek