Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juli 2025


Zij zag het glooiend grasveld met den grooten vijver, waarop stille zwanen dreven, een hoekje van 't bordes, met den steenen leeuw in wakende rust op den breed-arduinen balustrade-pijler; en verder, onder de reeds ontbladerde hooge boomen, de lief-roode gebouwtjes van tuinmanshuis, remise en stallen.

Angstig luisterde zijn wakende vrouw. Met de scherpzinnigheid, die haar geslacht eigen is, kwam ze weldra achter de beteekenis der onsamenhangende woorden van den droomer en wist spoedig van de onzalige weddenschap, die meester Gerhard met den Satan in eigen persoon gesloten had. "Hij zal zijn weddenschap nooit winnen," fluisterde de slaper, "ik ken zijn geheim."

Mijn Tybalt, mijn Tybalt, och, wek mij nog niet, Terwijl mij de slaap zoete droombeelden biedt; Want wat wij genieten al wakende, is bij Die toovergestalten van luttel waardij. Laat zingen de vooglen als d' ochtend zich meldt, Laat klinken den horen der jagers in 't veld, Veel lieflijker tonen verblijden mij nu, Maar denk niet, mijn Tybalt, ik droomde van u!

Hij maakte er een kunstig bewerkt snijwerk van, met van binnen een doodshoofd en van boven een wakende hond. Hetgeen zeggen wilde: het hecht getrouw tot aan den dood.

Zoo liet ik het reuzinnetje zich nuttig maken, liet haar de muggen vangen, die nog onder het net gekomen waren en liet mij door haar met een waaier koelte toewuiven, terwijl altijd een der wakende eeredames op hoogst krenkende wijze toezicht hield.

De vraag scheen mij te minder ongepast, omdat ik, half slapende, half wakende, gemeend had, bij herhaling verdachte geluiden in de machinekamer te hooren. "Wij hebben omstreeks tien farsaks afgelegd, antwoordde hij, terwijl hij den stoom liet ontsnappen en het vuur uitdoofde; de boot maakte zich gereed aan den oever aan te leggen en de toefangtsjis sprongen op den oever om haar vast te meeren.

Noch de zoogmoeder, noch haar zoon, waren door Van Male herkend geworden, en den ganschen nacht, dien Geertje wakende aan de bedstede had doorgebracht, gaf hij geen teeken van bewustzijn.

En zij lag zoo kalm als een zoet kindeke, recht op het rolkussen, met de oogen toe, onder de duidelijke brauweboogjes. Ook het sluimerende hondje bewoog niet. En ook bewogen niet de wakende figuren, uit lichtende als bewaarengelen op de wandtapijten, in de gouden dommeling der schemeringen.... Buiten bruiselde nauwelijks de wind, over de boomkruinen van het woud.

Hier stond hij achter de kanteelen met degenen die aangewezen waren om tot zijne vlucht te helpen. De kastelein, Robrecht Sneloghe en Ivo-de-wolvenjager waren insgelijks met hem. Zij zwegen en ontweken zooveel mogelijk alle bewegingen, om niet door de wakende schildwachten des vijands opgemerkt te worden.

Eindelijk brak hij het lange stilzwijgen af en sprak: "Sancho, breng mij naar het paleis mijner gebiedster. Misschien wil een gelukkig toeval, dat wij haar wakende vinden." "Maar naar wat paleis moet ik u dan brengen, edele heer?" riep Sancho verlegen uit. "Hier heeft men geen paleizen en, zooals ik u al zei, uwe Dulcinea woont in een ellendig klein kot van een huisje."

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek