United States or Dominican Republic ? Vote for the TOP Country of the Week !


Immers de oudste ons bekende tekst vangt aan met de regels: Ic stont op hoghe berghen, Ic sach daer so diepen dal, enz. Zie ook Driem. Bladen X, bl. 54; Volkskunde XXIII, bl. 15.

De mooiste, hoogste boom wordt gekozen; en opgesierd met bonte papieren en slingers rijdt men hem rond het dorp": Volkskunde, XXIII, bl. 122; zie nog vooral De Cock's Spreekwoorden en Zegswijzen afkomstig van oude gebruiken en zeden, bl. 181 vlg.

Van subjektief werd de beteekenis objektief, en bleef dit. Zoo werd echter de jeugdige wetenschap in een min of meer bedenkelijke richting gestuurd, tot men ten slotte de Volkskunde ging beschouwen als de kunde van het volk in al zijn levensuitingen.

Dit onbekend-zijn kan ook voortkomen uit gebrekkig hooren of gebrekkig zich-herinneren. De appelen, die wij zijden-hempjes noemen, stammen uit de Engelsche stad Sydenham. Men denke ook aan de uitdrukking "straten voor stegen kennen", die in Limburg, waar men geen stegen kent, wordt: "straten voor steenen kennen"; vgl. mijn opstel in Volkskunde XI, bl. 217.

Als karakteristieke uithangborden, voorkomende in het Land van Waas, worden ons door A. Vee in Volkskunde XVI, bl. 116, medegedeeld: de Boerentroost, de Vuile Gevel, Rust wat, in Trien goed bier, de Kilopint, Bij Baasken Zat enz.

Zie vooral Gittée's belangrijk artikel: "Scherzhaft gebildete und angewendete Eigennamen im Niederländischen", in de Zeitschrift des Vereins für Volkskunde III, bl. 415 vlg.

Na dit boek zal waarschijnlijk de sage méér den dichter, minder den wetenschappelijken man als zijn eigendom toebehooren. Laat de volkskunde de wetenschap dan in handen van den geleerde .... Zóó zullen wij immers voortaan als collega's naast elkander staan? Twee dooden heb ik nog te herdenken: Gust. van de Wall Perné en Waling Dijkstra. Zij ook hadden het volk lief en hebben er niet mede gespot.

Zij liepen tot bij een herbergier: daar dronken ze een pot en ze zaten bij 't vier. Hoe het komt, dat deze varianten in het oude sterrelied werden ingelascht, is op afdoende wijze door Boekenoogen in het Jubelnummer van Volkskunde , bl. 24 vlg. verklaard. Maar men wachte zich, parodieën als deze te zwaar op te vatten en aldus verkeerd te beoordeelen.

Zie Mannhardt, Baumkultus, bl. 190 vlg.; Driem. Bladen I, bl. II, bl. 70; Dr. De Vooys, in Volkskunde XXIV, bl. 154; Schrijnen, in Limburg's Jaarboek I, 3, bl. 25 vlg.; H. Welters, Feesten enz.; bl. 50; Heuvel, Volksgeloof en Volksleven, bl. 312 vlg.; Waling Dijkstra, Uit Friesland's Volksleven I, bl. 261.

Zij beproefde een list en begon te roepen: "Panharing! panharing!" en zoo lang schreeuwde zij, tot haar muil krom getrokken was: daarom heeft de schol een scheven muil. Hier treedt het verhaal dus weer in dienst der natuurverklaring. Zie De Mont-De Cock, Vlaamsche Vertelsels, bl. 97 vlg.; Boekenoogen, in Volkskunde XV, bl. 72 vlg.; Cornelissen en Vervliet, Vlaamsche Volksvertelsels, bl. 224.