United States or Syria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Leunende op zijn stok, en eene lange duitsche pijp in den mond, waaruit hij dapper dampte, kwam hij op ons toe, bracht even de hand aan de muts, en het was inderdaad eene vreemde wijze waarop hij ons verwelkomde: "Wel weergaasch, Majoor! wat is d

De hofmeester verwelkomde den heer des huizes. Deze maakte nauwlijks eene beweging met de hand en schreed snel voorbij. »Soun?" zei hij alleen. »Soun!" antwoordde Wang glimlachend. »Als Soun er was, zou 't Soun niet meer zijn!" »Waar is Soun?" zei Kin-Fo nogmaals. De hofmeester moest bekennen, dat hij, noch iemand wist waar Soun was.

Vóór de afreis daagde nu ook de barbier op, die tot hiertoe de betrekking van palfrenier bij de prinses Micomicona had vervuld, en begroette Don Quichot, alsof hij hem in tijden niet gezien en gesproken had. Don Quichot verwelkomde hem op dezelfde wijze en noodigde hem uit, zich aan zijn gezelschap aan te sluiten.

Daarop verliet hij Joppe, nam zijn ruiterij, vrouwen en kinderen met zich, om den man te begroeten, dien hij als een nieuwen bondgenoot aan wilde nemen. Hij verwelkomde hem hartelijk en noodigde hem in zijn kamp, om met hem het middagmaal te gebruiken. In den loop van het onderhoud, terwijl zij aan het eten en drinken waren, vroeg hij Thoutii over den tooverstok.

Toen de meisjes naar het paleis waren teruggekeerd, ondervroeg de koningin haar, hoe het kwam, dat heur haar zoo'n heerlijken geur van zich gaf en hierop vertelde zij haar ontmoeting met de schoone vreemdelinge. Koningin Astarte, of Athenais, verzocht haar daarop naar het paleis te komen, verwelkomde haar hartelijk en stelde haar tot voedster aan van een der prinsen. Isis' smart.

Die maakte tevens, dat zijn gemoed gestaald werd en dat hij bij Arcola Louis van een uiterst gevaarlijke zending ongedeerd ziende terugkeeren, hem alleen met een kort verheugd lachje en een "Ik dacht dat je gevallen waart" verwelkomde. Toch had hij Louis bijna zoo lief als een zoon.

Op Dinsdag den vierden November, dus tien dagen vóór zijn negenden verjaardag, vertrok hij, vergezeld van zijne moeder en grootmoeder, in een karos naar Leiden, waar hem de Hoogleeraar Joannes Coccejus, dat jaar Rector Magnificus met een deftige redevoering in 't Nederlandsch verwelkomde.

Toen de generale synode na op 25 maart 1941 voorlopig te zijn gesloten op 9 december van dat jaar werd voortgezet, verwelkomde de voorzitter, ds. J. Donner, die voor de derde maal van zijn vrijheid is beroofd, dr. A.A.L. Rutgers en mr. J.A. de Wilde.

En de jonge predikant even glimlachend over de ontzetting van Antje, stapte onbekommerd over alle hindernissen heen, scheen zich volstrekt niet te ergeren aan een »ongedanen" trap en trad bij collega binnen die de deur al vast wijd open hield en die, zich zelf niet meer meester, hem verwelkomde met de vraag: »Welnu, welnu! zoo weet gij toch wat, anders zoudt gij niet zijn gekomen?"

Alles was gewoon, hard-gewoon op straat; de menschen liepen en praatten en lachten alsof er niets was gebeurd. En op kantoor zat een duitsche reiziger op hem te wachten, die hem verwelkomde met veel strijkages en luidruchtige complimenten. Hij was onaangenaam kort, een beetje onhebbelijk tegen dien man. Hij stuurde hem gauw weg, liefst had hij hem de deur uit laten gooien.